dinsdag 29 maart 2016

Het vreemde geval 'Petrus Andreas Olieux' (1761-1820)

De meeste mensen waren vroeger honkvaster en bleven hun hele leven in dezelfde gemeente of omgeving wonen.Deze familiegeschiedenis start natuurlijk met een uitzondering, namelijk Joannes Franciscus Olieu die van Esen naar Gullegem verhuisde.In een volgend blogbericht ga ik wat dieper ingaan op wat zijn beweegredenen kunnen geweest zijn voor deze verhuizing.
 
Hij vestigde zich rond 1650 in Gullegem en huwde waarschijnlijk kort daarna met Jacoba Samyn.Wanneer we de stamboom vanaf dan even overlopen, stellen we vast dat er al vlug migratie was naar andere gemeentes.Zo woonde zijn zoon Martinus (1658-1740) onder andere in Moorsele en Ledegem.Andere gemeentes waar Olieu's zich vestigen in de jaren 1700 tot 1770 zijn meestal dicht bijgelegen gemeentes zoals Heule, Lendelede, Bissegem, Kortrijk.Het allergrootse deel van de Olieu's wordt in Gullegem en buurgemeente Heule geboren.
 
Vanaf 1780 wagen sommigen zich wat verder.Petrus Josephus Franciscus Olieue, zoon van Jacobus en Maria Josepha Nieuwenhuyse, geboren in Gullegem in 1759 vestigt zich rond 1780 in Brugge.Naar het einde van de eeuw toe gaan Olieu's zich ook vestigen in Ooigem en Eksaarde (Oost-Vlaanderen)
 
De tweede na Petrus Josephus Franciscus, die zich een eind buiten zijn geboorteplaats waagt, is Petrus Andreas Olieux.Hij wordt op zondag 28 juni 1761 geboren in Heule, en de dag erna gedoopt.Hij is het 7e kind van Petrus Franciscus en Anna Maria Van Ooteghem, die al in 1747 gehuwd zijn in Heule.Bij zijn geboorte zijn al 2 meisjes overleden, hij heeft een zus van 14, en 3 broers die 3, 5 en 8 zijn.Na hem worden nog 2 jongens geboren,waarvan 1 al vlug overlijdt.Hij groeit dus op met 4 broers en 1 zus, die allen in Heule blijven wonen en er ook overlijden.
 
 
 
Petrus Andreas zal daarop een uitzondering zijn.Het eerste feit waardoor we dit kunnen vaststellen is de geboorte van zijn zoon in Heule in 1791.Op 21 maart schrijft onderpastoor Cornillie het doopsel en geboorte in van Josephus Franciscus Ollieux, zoon van Petrus Andreas en Maria Jacoba Finfé, afkomstig uit Leffe in het Namense.Leffe is dan een gehucht van Dinant.Petrus Franciscus Olieu, vader van Petrus Andreas, 71 en Anna Theresia, zijn ongehuwde zuster, 44 zijn peter en meter.Zoals meestal het geval was in die tijd is Petrus Andreas zelf als vader niet aanwezig bij het doopsel.Zijn vader en zuster zijn beiden ongeletterd en tekenen met een kruisje.
 
 
Er zijn inderdaad in die periode alleen Finfé's terug te vinden in de gemeentes Thynes, Auwagne en Lisogne, die nu allemaal tot Dinant behoren.De geboortes van Leffe werden ingeschreven in de registers van de parochie Saint-Georges.Deze registers gingen echter verloren bij de verwoestingen die de Duitsers aanrichtten in Dinant in augustus 1914. Door het nakijken van de geboortes huwelijken en overlijdens van Finfé's in de  bewaarde parochieregisters en registers van de Burgelijke Stand van de andere gemeentes, was het toch mogelijk meer informatie over Maria Jacoba Finfé te verzamelen.Ze wordt geboren rond 1768 in Leffe, als dochter van Josephus en Maria Anna Colignon.Ze heeft dan al 2 oudere broers.Drie jaar na haar geboorte wordt nog een jongen geboren.Deze 3 broers zullen allen in Dinant of omgeving overlijden.
 
Hoe heeft Petrus Andreas uit Heule, Maria Jacoba uit Leffe ontmoet? Even de situatie schetsen rond 1789.De Zuidelijke-Nederlanden komen in opstand tegen de Oostenrijkse keizer Jozef II.De opstand breidt zich uit van Vlaanderen tot Henegouwen en Namen.Er worden patriottische comités opgericht.Zo ook in Kortrijk, en heel wat vrijwilligers, waaronder dus ook West-Vlamingen, voegen zich bij het patriottisch leger om te vechten tegen de Oostenrijkers.Op 25 november 1789 komt het in Dinant tot een schermutseling tussen de patriotten en de Oostenrijkers, die zich algauw terugtrekken in Namen.Het patriottisch leger slaat zijn kamp op in Bouvignes-sur-Meuse, dicht bij Leffe aan de andere kant van de Maas.
Op 27 juni 1790 installeren de Oostenrijkers zich in de hoeve de Viet, eigendom en toevluchtsoord van de norbertijnen van Leffe, om er hun hoofdkwartier te vestigen. Ze belegeren vervolgens het land van Leffe en installeren in de door de kloostergemeenschap overhaast verlaten abdij Notre-Dame-de-Leffe een batterij kanonnen, gericht op Bouvignes. De patriotten gaan echter weer over tot de aanval, en na  verbeten gevechten, waarbij tien Oostenrijkers sneuvelen, trekken de Oostenrijkers zich terug in Viet.De patriotten lanceren midden november nog een aanval op de hoeve van Viet, maar die mislukt.Diezelfde maand heroveren de Oostenrijkers de Zuidelijke Nederlanden en zijn er weer baas.
 
Het is dus heel goed mogelijk dat Petrus Andreas Olieux zich van november 1789 tot november 1790 in en rond Leffe bevindt en daar Maria Jacoba leert kennen en met haar huwt in Leffe.Daarna neemt hij haar mee naar Heule.Jammer genoeg zijn de parochieregisters van Leffe dus vernietigd om dit te bevestigen.
 
Dit is dus de situatie eind 1791.Petrus Andreas woont met zijn vrouw Jacoba Finfé en zoontje Josephus Franciscus in Heule.Wat er daarna gebeurt is niet direct duidelijk.Uit de feiten kunnen we echter wel opmaken dat Petrus Andreas weer Heule verlaat en dat Maria Jacoba Finfé waarschijnlijk overlijdt.
 
Op 25 april schrijft J. Godefroy, rooms-katholiek pastoor in Hoofdplaat, Zeeland het volgende in zijn
huwelijksregister:
 


 
"Op 25 april 1797.....zijn door mij in het huwelijk verenigd Petrus Andreas Olieux, 36 jaar uit Heule en weduwnaar in eerste huwelijk van Maria Anna Quinjei, begraven in de Groede op 23 maart 1796 , met Joanna Theresia de Preeu. 23 jaar afkomstig van Oost-Vleteren en ongehuwd.
Getuigen waren Joannes Baptista van Opdorp en Albertina Michielsens."
 
Deze 2 getuigen huwen dezelfde dag, en bij hun huwelijk zijn op hun beurt Petrus Andreas en Joanne Teresia de Preeu, getuigen.Vreemd is dat de pastoor de naam Maria Anna Quinjei vermeldt ipv Finfé.Hij vermeldt echter wel duidelijk 'in eerste huwelijk'.
 
Op 6 Floreal van het Vijfde Jaar van de Franse Republiek of 25/04/1797 wordt het huwelijk ook burgerlijk ingeschreven en voltrokken in Hoofdplaat, door Jacobus Provoost, Agent Municipal.Hij vermeldt eveneens dat Petrus Andreas weduwenaar is en wel van Maria Cagnij.
 

Zijn overleden vrouw wordt dus vermeld als 'Quinjei' en 'Cagnij'.De pastoor geeft wel de extra informatie dat het hier om zijn eerste vrouw ging.De pastoor gebruikt natuurlijk de informatie die hij krijgt van Petrus Andreas..De onderpastoor vermeldt ook de begrafenisdatum in Groedevan zijn overleden vrouw.Deze gemeente hield geen rooms-katholieke begrafenisregisters bij in 1796.De begrafenissen en overlijdens van katholieken werden meestal wel ingeschreven in de registers van de Hervormde Gemeente.
 
Bij nazicht van dit register vinden we de volgende aantekening op 6 april 1796
 
"Een vreemde vrouw genaamd Mariaine Canjé, oud 54 jaar, geboren in Picardien, overleden en begraven in Groede, stierf den 5 april bij Jan Schippers" (Bron: Middelburg studiezaal Doop-, trouw- en begraafregisters Groede B. 1732-1797 (Groede 11)
 
De naam 'Cagny' komt voor in verschillende dorpen van Picardie (Picardië is een regio in Noord-Frankrijk, noordoostelijk van Haute-Normandie. De regio bestaat uit drie departementen: Somme, Oise en Aisne, die genoemd zijn naar hun belangrijkste rivieren. De hoofdstad is Amiens)
De naam trekt in ieder geval op Quinjei en zo goed als volledig op Canjij.Er is een discrepantie in de data.De pastoor geeft 23 maart als begrafenisdatum en het register 5 april als overlijdensdatum maar de twee data liggen wel heel dicht bij elkaar.Petrus Andreas huwt pas een jaar later in Hoofdplaat en weet misschien ook de exacte datum niet meer.In 1796 start Groede ook met een Burgerlijke Stand zoals wordt opgedragen door de Fransen, maar dit gebeurt pas vanaf 24 september 1796, 5 maanden na het overlijden van Mariaine Canjé
 
Het scenario zou hier dus als volgt kunnen zijn: na 1791 verlaten Petrus Andreas en zijn vrouw Maria Jacoba, Heule en gaan naar Zeeland, en wonen en werken daar in de buurt van Groede en Hoofdplaat.Maria Jacoba Finfé overlijdt er (misschien bij een 2e misgelopen bevalling). Petrus Andreas huwt daarna opnieuw of woont samen met de 19 jaar oudere Maria Anna Cagny uit Picardië die overlijdt in Groede in 1796.Hij ontmoet daarna de 12-jaar jongere Joanna Theresia De Preeu, 24, afkomstig uit Oost-Vleteren en huwt met haar.Nu terug naar dit huwelijk.
 
In de huwelijksakte in Hoofdplaat doet Jacobus Provoost, 'lering' van de geboorteakte van Petrus Andreas Olieux, geboren in Heule op 18 januari 1761.Het jaar klopt maar de datum niet.Zoals we weten werd Petrus Andreas in dat jaar geboren op 26 juni.Hij kan natuurlijk ook nog geen uittreksel uit de BS geven omdat die pas opgericht is.En waarschijnlijk is hij niet naar Heule gegaan om daar een afschrift te gaan te gaan vragen van zijn geboorte aan de pastoor.De pas benoemde beambte van de nieuwe Burgerlijke Stand is waarschijnlijk al meer dan tevreden met de datum die Petrus Andreas opgeeft.Wat er meteen ook op wijst dat hij die zelf ook niet exact kent en daar ook geen waarde aan hecht.
 
 
 
 
Daarna doet hij hetzelfde met de geboortedatum van bruid Joanna Teresia De Preeu.Deze zou geboren zijn op 16 juli 1773.
 
 
 
Bij nazicht van de PR van Oost-Vleteren kunnen we vaststellen dat Joanna Teresia inderdaad daar geboren werd in 1773, maar wel  op 30 april.
 
 
Joanna Teresia is dus de dochter van Franciscus Jacobus de Preeu, afkomstig van de parochie Sint-Nicolaas in Ieper en Maria Jacoba Steper uit Oost-Vleteren.We zien dat vader Franciscus Jacobus heel vlot zijn handtekening kan plaatsen.Uit latere aktes leren we dat hij timmerman is.Hij huwt 3 keer en krijgt niet minder dan 17 kinderen.Joanna Teresia is zijn 13de kind, en het tweede met zijn tweede vrouw Maria Jacoba Steper, die 13 jaar jonger is dan hijzelf.Hij is waarschijnlijk een gekend persoon in Oost-Vleteren en redelijk welgesteld.Een aantal van zijn zonen blijven in Oost-Vleteren wonen en werken en zijn zoon Philippus Jacobus wordt kleermaker in Alveringem.Ignatius Polycarpus is het eerste kind van Franciscus Jacobus en Maria Jacoba Steper, en 1 jaar ouder dan Joanna Teresia.Hij huwt in Sint-Rijkers en overlijdt in 1801 op 30 jarige leeftijd in Alveringem.
Het eerste spoor van Joanna Teresia dat we na haar geboorte terug vinden is dus haar huwelijk in Hoofdplaat.Wat er niet vermeld wordt en ook wettelijk niet nodig was is dat ze in 1797 al een natuurlijke zoon heeft van 7 jaar, Joannes De Preeu.Ze is dus pas 16 of 17 wanneer die geboren wordt.Er is echter geen akte van zijn doopsel terug te vinden in Oost-Vleteren.Waarschijnlijk ontvlucht Joanna Teresia, al dan niet alleen het ouderlijke huis.Ik heb het al eerder gehad over de Brabantse Omwenteling en de opstand tegen de Oostenrijkers.Ook op het platteland zijn er opstootjes.Misschien volgt Joanna Teresia één of meerdere van de patriotten en raakt ze zo ook in verwachting.Maar dir blijft natuurlijk speculatie.
 
Zoals eerder gezegd ondertekent Petrus Andreas Olieux de akte.Dit is de vroegste handtekening van hem die we terug vinden.Hij tekent als 'Petrus Andries Olieu' en zijn handtekening verraadt een vaste hand.
 
 
Nu even over de genoemde gemeentes Hoofdplaat en Groede.In 1797 maken ze deel uit van het Department van de Schelde.De departementen worden opgericht door de Fransen.Nu zijn ze beide onderdeel geworden van Sluis.Hoofdplaat bevindt zich aan de Westerschelde.Voor 1778 ligt dit gebied nog buiten de dijken.In november 1777 begint men met werken om dit gebied aan de Westerschelde in te polderen.In 1778 is de Hoofplaatpolder gereed en in 1781 ontstaat het dorpje.Er werkten ongeveer 2500 arbeiders aan het droogleggen.Het bleef klein en ook nu wonen er slechts een 700 tal personen in deze deelgemeente van Sluis.
Groede bevindt zich een aantal kilometers ten westen van Hoofdplaat.Deze gemeente bestond zeker al in het begin van de 12e eeuw.In 1970 werd de gemeente bij Oostburg gevoegd en in 2003 bij Sluis.
Het dorpje telde ook nooit heel veel bewoners.Momenteel wonen er ongeveer 1100 mensen.
 
 
Detail van kaart uit 1745.Hoofdplaat wordt pas 33 jaar later gesticht op de plaats waar zich dan nog De Hoogplaat bevindt buiten de dijken.
 
Pas in 1795 wordt er in Hoofdplaat een Rooms-Katholieke parochie gesticht, vooral om de arbeiders die meestal katholiek zijn gelegenheid te geven een kerk te bezoeken.In juli van dat jaar krijgt men ook de toestemming om een bescheiden kerkje te bouwen.De Fransen hebben dan ook al dit gebied in handen.Rond die periode telt het kerkje ongeveer 240 parochianen.Petrus Andreas huwt dus waarschijnlijk in dit kerkje.Tot nu toe hebben we ook nog geen vermelding gevonden van het beroep van Petrus Andreas.Met de vele polders is er vooral agrarische arbeid in het gebied van Groede - Hoogplaat.Hij werkt dus waarschijnlijk als landarbeider.Er zijn nog veel overstromingen na het aanleggen van de eerste dijken,en er zijn ook arbeiders nodig om aanvullende werken uit te voeren zodat de zee niet opnieuw het gebied kan overstromen.Het leven is er nog heel primitief en dit kan de reden zijn dat Petrus Andreas besluit met zijn vrouw terug te keren naar Heule.
Dat hij dit doet weten we door het huwelijk van zijn zoon Josephus Franciscus (die hij had met Maria Jacoba Finfe) in 1815.Op 30 november van dit jaar huwt deze in Menen met Isabelle Therese Decraemer.Er is echter administrieve rompslomp aan vooraf gegaan!
 
Josephus Franciscus is in 1815, 24 jaar.Hij werkt als landbouwersknecht in Menen en heeft daar de 28 jarige Isabelle Therese Decraemer leren kennen.Ze besluiten te huwen, maar in 1815 is Josephus volgens de wet nog minderjarig (pas bij je 25e verjaardag werd je meerderjarig in die periode) en moet dus de toestemming hebben van zijn ouders om te mogen trouwen.Er is echter een probleem.Hij en de rest van de familie hebben er geen idee van of zijn ouders nog leven of waar ze zich zouden kunnen bevinden.Op 19 en 26 november wordt de aankondiging van hun huwelijk uitgehangen aan het gemeentehuis van Menen.Er wordt ondertussen in allerijl een familieraad van 6 personen bijeengeroepen, die 3 dagen voor het huwelijk op maandag 27 november bijeenkomt in Sint-Eloois-Winkel, voorgezeten door vrederechter Romain François Vanackere.De volgende meerderjarige personen maken deel uit van deze familieraad:

- Francois Lagae 45, zoon van Maria Agnes Olieux,nicht van Petrus Andreas
- Petrus Duyck, 39, zoon van Maria Anna Theresia Oyeue, tante van Petrus Andreas 
- Joseph Olieu, 28 wever, neef van Josephus Franciscus (zoon van Guillielmus Josephus Olieux, broer van Petrus Andreas)
- Louis Herman, 43 en wever, gehuwd met Bernarde van Overberghe , verwantschap niet bekend    
- Amand Olieux, 31 (Martinus Amandus) neef van zijn vader
- Josephus Lagae, 35, schoonbroer van Maria Agnes Olieux, nicht van Petrus Andreas

 
 
Deze 6 getuigen dat ze Petrus Andreas Olieux en zijn vrouw Therese 'Defieu' , werkers in Heule goed hebben gekend en dat ze sedert 1799 verdwenen zijn uit de gemeente, en dat ze van hen geen nieuws meer hebben ontvangen sedertdien, en dat ze dus als 'afwezig' moeten beschouwd worden.

 
 
 
Uit deze verklaring blijkt duidelijk dat Petrus Andreas rond 1798 - 1799 in Heule verblijft.Er zijn geen aktes opgemaakt in Heule in die periode waarin de officiële achternaam van zijn vrouw wordt vermeld en de getuigen die de naam misschien maar een paar keren gehoord hebben, en onderling overlegd moeten hebben, maken er Defieu van ipv De Preu.Petrus Andreas is dus niet zo lang na zijn huwelijk in Hoofdplaat teruggekeerd naar Heule.Wat we jammer genoeg nergens kunnen op uitmaken is of zoontje Josephus Franciscus mee was verhuisd naar Groede en Hoodplaat.In ieder geval wordt nu Teresia De Preu als zijn moeder vermeld, terwijl ze eigenlijk zijn stiefmoeder is.Niemand herinnert zich waarschijnlijk nog zijn echte moeder Maria Jacoba Finfe die maar heel kort in Heule heeft gewoond en waarschijnlijk alleen frans praatte.Dat ze bij hun vertrek uit Heule, de 8 jarige Josephus Franciscus niet meenemen wijst er op dat hij misschien ook de eerste keer niet werd meegenomen en werd achtergelaten bij zijn grootouders en de rest van de  familie, die hij nu beter kent dan zijn vader en stiefmoeder.Misschien heeft ook de familie liever dar Josephus Franciscus bij hen blijft.
 
We zouden ook het spoor van Petrus Andreas bijster zijn na dit vertrek, als er niet de volgende akte was geweest.Op 8 februari 1805 maakt notaris Egidius Jacobus Christiaens in Moerbeke een akte van verkoop van 2 stukken zaailand op.De verkoper is Joannes Nys, landbouwer in Moerbeke en koper is Pieter Andries Olieux.De 2 stukken zaailand worden als volgt beschreven: 

1. Een stuk zaailand in Moerbeke in de wijk Kruisputten,van 1ha 40 are en 84 ca of 400 roeden , palende oost J.P Baeke, zuid Joannes Baptiste Vandersteenen, west Joannes Fermout en noord Mathys De pryckere.
2. Een stuk zaailand in Moerbeke in het 'Minnestraetjen' , van 88a 37 ca, palende oost aan Pieter Bruggeman, zuid Bernardus Verwulgen, west aan het 'Nieuwstraetje' , en noord Christiaen Van Putte,
 
Getuigen zijn schoolmeester Jacques de Meyer en meester-pruikenmaker Pieter Vanpuyenbroek.
Het bedrag van de verkoop bedraagt 400 franc, die Joannes Nys bekent ontvangen te hebben. 
 
 
Opmerkelijk is dat Petrus Andreas de koop alleen doet en niet met zijn vrouw.De akte wordt daarna overgeschreven bij de hypotheken, maar er is geen spoor van een lening.Dus heeft Petrus Andreas het bedrag waarschijnlijk contant betaald.Joannes Nys kan niet schrijven.Petrus Andreas ondertekent de akte samen met de 2 getuigen en de notaris.Hij voegt nu een x to aan zijn naam, en schrijft zijn 2e voornaam als Andrieas, een kruising tussen Andreas en Andries.
 
 
 
In opdracht van de Franse bezetters wordt er in Moerbeke ieder jaar een bevolkingsregister opgemaakt.In het register van jaar 9 worden 4 jaar later bij nummer 567 3 personen toegevoegd:
Petrus Andries Olieux, 42, Thereze Deprieuw, 31 en Joseph Deprieuw 13.Ze zijn in de gemeente aangekomen in jaar 8  (startend op 23 september 1799) en wonen in 1804 al 4 jaar in de gemeente.
 
 
We kunnen dus nu aannemen dat Petrus Andreas Olieux van Heule samen met zijn vrouw en zijn stiefzoon Joseph naar de streek van Moerbeke trekt. 
 
 
Merkwaardig is dat rond 1800 nog andere Olieu's naar die streek gaan.Rond 1799 vertrekt Petrus Franciscus Olieux vanuit Gullegem naar Eksaarde.Op deze oude kaart van rond 1710 kun je duidelijk zien hoe Moerbeke aan het noorden van Eksaarde grenst.In 1815 woont en werkt de oudere broer van Petrus Franciscus, Hilarius in Beervelde, ook niet zover van Eksaarde.Die is in dat jaar ook getuige bij het aangeven van de geboorte van Pierre Olieux,zoon van zijn broer.Rond 1800 verblijft ook hun oudste broer die in Brugge woont, een tijdje in Lochristi.Deze is 'colporteur' en moet dus dikwijks Brugge verlaten voor zijn werk.

Als we even de verwantschap tussen Petrus Andreas en Petrus Franciscus en zijn broers nakijken merken we dat hun grootmoeders de zusters Couckuyt waren, die elk met een Olieu waren getrouwd.Hun vaders waren dus neven.Het zou dan ook heel onwaarschijnlijk zijn dat deze Olieu's rond dezelfde periode vertrekken en uiteindelijk in dorpjes naast elkaar terecht komen.We mogen dus met zekerheid aannnemen dat ze afspreken naar daar te vertrekken.Petrus Fransciscus die in 1799 pas 23 is heeft tot dan toe nog niet gereisd.Zijn achterneef  Petrus Andreas, 38 heeft dat al wel gedaan.Moerbeke en Eksaarde bevinden zich ook niet zover van wat nu Zeeland is.Misschien werken ze er eerst samen.Nadat Petrus Franciscus in 1800 huwt met Sophia Van Hecke uit Eksaarde blijft hij er voor de rest van zijn leven wonen en werken.Hij krijgt er 9 kinderen.Het is hoogstwaarschijnlijk ook de bedoeling van Petrus Andreas om definitief in Moerbeke te blijven, aangezien hij er 2 stukken zaailand koopt.
Het is echter weer niet direct duidelijk wat er daarna gebeurt.Wat al enigszins verwonderlijk is dat nadat Petrus Andreas huwt met de 24 jarige Teresia De Preu ze geen kinderen krijgen.Het is natuurlijk mogelijk dat Teresia op 17 jarige leeftijd een moeilijke bevalling heeft gehad en geen kinderen meer kan krijgen.Dat het niet aan Petrus Andreas ligt zullen we zometeen merken.
 
De verwachting dat Petrus Andreas samen met Teresia en stiefzoon Joannes in Moerbeke-Waas blijft en daar zijn stukken land bewerkt wordt niet ingelost.Ergens tussen 1805 en 1809 verdwijnt hij uit Moerbeke en duikt weer op in Cadzand, zonder Teresia De Preeu en met een andere vrouw.Wat is er gebeurd met Teresia? Het zou kunnen dat ze nu ook overleden is,maar er is geen overlijdensakte van haar terug te vinden in Moerbeke,en ook niet in de buurgemeentes.Duidt het feit dat Petrus Andreas de stukken grond alleen op zijn naam koopt op onenigheid tussen hem en Teresia? De familie wordt ook niet opnieuw vermeld in de Franse bevolkingregisters.Is het paar gescheiden, is Teresia ervandoor met een andere man, is ze overleden of heeft Petrus Andreas haar verlaten? Het blijft voorlopig gissen.
 
Een feit is dat Petrus Andreas op 23 oktober in Cadzand de geboorte gaat aangeven van zijn zoon Hubert.Moeder is volgens zijn aangifte zijn echtgenote Levina Sips.We zouden ons hier nog kunnen afvragen of het wel echt om Petrus Andreas gaat, omdat hij volgens de akte pas 36 is en hij alleen als André wordt vermeld, en als Andries Olieux ondertekent, maar de geboorteakte van zijn volgende kind zal alle twijfel wegnemen.
 
 
Petrus Andreas heeft dus tussen 1806 en 1809 Moerbeke verlaten en is teruggekeerd naar de streek waar hij rond 1797 al woonde.Cadzand ligt ongeveer 9 kilometer ten westen van Groede en 20 km van Hoofdplaat.Hij is nu samen met Levina Sips, die als zijn echtgenote wordt vermeld in de geboorteakte (we zullen later kunnen vaststellen dat hij waarschijnlijk nooit officieel met haar huwt).Haar naam wordt in de aktes geschreven als Sips, Seps, Zips en Sieps.Uit een bevolkingsregister van 1820 weten we dat ze in 1775 Willemstad werd geboren.Willemstad bevindt zich in Noord-Brabant en is 133 km van Cadzand verwijderd.
 
Petrus Andreas werkt nu als dagloner bij landbouwers.Zoals eerder aangegeven is er niet veel ander werk in de streek.
In 1810 besluit Napoleon een 'Fort Impérial' te laten bouwen in Breskens.Hij wil zich zo wapenen tegen de Engelsen en met het fort De Schelde beheersen.Dat moet zo vlug mogelijk klaar zijn, en er zijn hier natuurlijk heel wat arbeidskrachten voor nodig.Het is een uitstekende gelegenheid voor arbeiders uit de streek om hiervan te profiteren.Petrus Andreas aarzelt niet en trekt samen met zijn gezin naar Breskens, zo'n 13 km ten oosten van Cadzand.Net als bij alle grote werken van de Fransen worden er dicht bij het bouwwerf barakken gebouwd waar de arbeiders alleen of met hun gezin kunnen wonen.Op 24 september 1811 bezoekt Napoleon Breskens voor één dag.Hij schrijft er die dag een brief naar zijn vrouw Marie-Louise: "Mijn vriendin, ik ben gisteravond behoorlijk vermoeid aangekomen in Breskens, vanaf Oostende heb ik te paard gezeten; ik ga de forten bekijken, die ik heb laten bouwen. Ik zal overnachten aan boord van mijn eskader, dat hier voor anker ligt. Ik ben doorweekt, het regent nog." Het is dus mogelijk dat Petrus Andreas samen met de andere arbeiders Napoleon ziet tijdens zijn inspectie.
 
Ondertussen is op donderdag 6 juni 1811 dochter Maria Barbara Olieux geboren.
 
 
Petrus Andreas wonen nu met hun pasgeboren baby Maria Barbara en Hubert die ook nog maar 20 maanden is, in de barakken.Ideaal is dat natuurlijk niet en begin september overlijdt Maria Barbara .Een jaar later op 13 juni 1812 overlijdt ook Hubert .Ondertussen is Levina Sips weer zwanger en 3 maand later wordt op 8 september Benidictus geboren.
 
 
 
 
Napoleon was ook nog van plan later een kanaal aan te leggen tussen Breskens en Brugge (eerder wou hij dat al doen vanaf Sluis) maar die werken zullen door de val van zijn Keizerrijk niet doorgaan.Nu de werken zijn afgelopen besluiten Petrus Andreas en Levina weer te verhuizen nu naar het 5 km verder gelegen Schoondijke.
 
De diverse gemeentes waar in Zeeland waar Petrus Andreas verblijft
 
Hij neemt er nu weer zijn 'oude stiel 'op en gaat weer bij landbouwers werken.In 1815 werkt hij op de boerderij van Jozias Risseeuw en Elisabeth Zonnevylle.Op woensdag 28 juni moet hij weer met triest nieuws naar de Burgerlijke Stand van de gemeente.Zoontje Benidictus is om 1 uur s' nachts overleden.Hij was pas 2 jaar en 9 maanden.Alle 3 hun kinderen zijn nu overleden.Livina Sips is ondertussen al 41 en er komen geen nieuwe kinderen meer bij.Het echtpaar blijft in Schoondijke en ze worden nog ingeshreven in een bevolkingsregister dat daar in 1820 wordt opgemaakt.Als zijn geboortedatum wordt nu 29 juni 1761 aangegeven en dat is de datum van het doopsel.Er wordt ook aangegeven dat hij in 1785 al voor het eerst in Schoondijke was.
 
In hetzelfde jaar 1820 vertrekt Petrus Andreas waarschijnlijk omdat hij ziek is naar Brugge en verblijft er in de Fonteinstraat.Begin november of eerder wordt hij opgenomen in het Burgerlijk Hospitaal van Brugge.Op 3 november gaan Augustinus Van de Zande en Jacobus Aneke, bedienden in het hospitaal het overlijden op de dag ervoor, van Andresa Olieux, 60 jaar en weduwnaar in eerste huwelijk van Maria Finf en in het tweede van Maria Theresia Depreeuw.
Uit deze akte kunnen we dus opmaken dat Petrus Andreas inderdaad maar twee keer officieel was gehuwd.Er is geen sprake van een Maria Anna Cagnij of Levina Sips.We krijgen hier wel bevestiging dat Teresia Depreeu (al lang?) voor 1820 is overleden.Vraag blijft dan waar.
 
 
 
Het korte Fonteinstraatje in Brugge rond 1820, dicht bij de Grote Markt.
 
Livina Sips is misschien meegekomen naar Brugge, maar blijft er in ieder geval niet wonen.In 1824 werkt ze als werkvrouw bij landbouwer Jacobus van Cruyningen en zijn vrouw Cornelia Van Houte.Die hebben een redelijk grote boerderij, want ze hebben 9 personen in dienst.Als geboortedatum van Levina wordt hier nu 21 augustus 1775 aangegeven.Ze is in 1811 naar Schoondijke gekomen, wat eind 1812 moet zijn, want eind september 1812 wordt Benidictus Olieux nog geboren in Breskens.
Livina is dat jaar dus bijna 50.In latere bevolkingsregisters van Schoondijke is ze niet meer terug te vinden.
 
 
 
Dit rondt voorlopig de levensloop van Petrus Andreas Olieux af.
Wat we weten volgens de documenten:
 
-Hij wordt geboren in Heule op 28 juni 1761.
-In 1785 zou hij al een eerste keer in Schoondijke geweest zijn.
-In 1791 wordt in Heule zijn zoon Josephus Franciscus geboren.Moeder is Maria Jacoba Finfe uit Leffe (Dinant).
-In 1797 huwt hij in Hoofdplaat met Joanna Theresia De Preeu - die heeft al een zoontje van 7
-Als zijn vorige vrouw wordt een Maria Cagny - Quinjei, overleden in Groede vermeld.
-In maart of april 1796 overlijdt inderdaad de Picardische Mariaine Cagné in die gemeente.
-Petrus Andreas ondertekent de huwelijksakte in een vlot handschrift.
-Na zijn huwelijk keert hij met Teresia De Preu terug naar Heule.
-In 1799 vertrekt hij en er wordt (zeker tot 1815) niets meer van hem vernomen.
-In 1805 koopt hij 2 stukken zaailand in Moerbeke.Hij wordt  er ook opgenomen in een bevolkingsregister met Teresia en haar zoon.
-In 1809 krijgt hij in Cadzand een zoon Hubert.Moeder is Levina Sips.
-Er is geen spoor meer van Teresia De Preeu en haar zoon
-In 1811 helpt hij bij de opbouw van het Fort Impérial in Breskens
-In 1812 gaat hij met Levina in Schoondijke wonen.
-In 1815 overlijdt zijn derde en laatste kind dat hij had met Levina.
-In 1820 staat hij nog op een bevolkingslijst van Schoondijke, maar begin november overlijdt hij in Brugge.
-Volgens zijn overlijdensakte was hij maar 2 keer officieel gehuwd.
-In 1824 werkt Levina Sips nog in Schoondijke.Daarna is er geen spoor meer van haar.
 
We hebben dus heel wat uit officiële documenten kunnen halen, maar er blijven toch een aantal onopgeloste vragen.Van Maria Jacoba Finfe is geen overlijden terug te vinden.We kunnen bij zijn huwelijk in 1797 vaststellen dat Petrus Andreas vlot kan schrijven.Hij is de enige in zijn familie die dat kan.Waar, waarom en wanneer heeft hij dat geleerd? In 1805 doet hij een aankoop van 2 stukken land in Moerbeke, maar een paar jaar later is hij daar verdwenen en het is niet duidelijk wat er met Teresia De Preeu is gebeurd.Volgens de overlijdensakte van Petrus Andreas is ze zeker al voor 1820 overleden.Vraag is waarom er nergens een overlijdensakte terug te vinden is.
En waarom geeft Petrus Andreas er de brui aan en laat hij zijn stukken land achter.Wat is er gebeurd met zijn stiefzoon Joannes De Preeu die toch heel wat jaren bij hem heeft gewoond.Nog heel wat vragen dus die ik verder ga proberen op te lossen.Tot dan blijft het leven van Petrus Andreas in vergelijking met zijn familie die in Heule blijft redelijk mysterieus.
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten