dinsdag 26 februari 2019

Achille Olieu grenadier in de Eerste Wereldoorlog - deel 3

 17. Het Eindoffensief



In deel 2 zagen we hoe Achille op 24 april 1918 een aanvraag indient om benoemd te worden als reserve hulp-onderluitenant. Hij krijgt in september deze rang met terugwerkende kracht vanaf 9 september 1917. Op 26 september wordt hij bevorderd tot reserve luitenant. Dit wordt 2 maanden later op 30 november bekrachtigd door een Koninklijk Besluit.


Op 24 september wordt bekend gemaakt dat de Belgische troepen zich in de nachten van 25 op 26 en 26 op 27 september moeten verplaatsen en klaarhouden voor de algemene aanval op 28 september. De 2e grenadiers zullen mee aanvallen in de noordelijke sector van Brielen. De 8e divisie infanterie zal hun plaats innemen in de zuidelijke sector. Als luitenant zal Achille mee de 3e compagnie aanvoeren. De opdracht luidt als volgt:

De 12e divisie infanterie gaat de aanval in met links de 6e en rechts de 8e divisie. De opstelling van de 3 regimenten van de 12e divisie van noord tot zuid: 1e grenadiers (met links van hen de 1e karabiniers van de 6e divisie), de 4e karabiniers en tenslotte de 2e grenadiers, het regiment van Achille, met rechts van hen het 16e linieregiment. De 3 bataljons van de 3 regimenten zijn telkens achter elkaar opgesteld. Het aanvalsbataljon wordt op 500 meter gevolgd door een bataljon dat kan maneuvreren waar en wanneer gewenst en het derde bataljon volgt nog verder om zich ter beschikking te houden van de commandant van de divisie. In het aanvalsbataljon nemen twee compagnieën plaats in de eerste linie en het derde blijft in reserve in de tweede linie. Ieder regiment bestrijkt ongeveer 500 meter breedte van het front. Voor het regiment van Achille zijn dit ongeveer 360 manschappen die over deze afstand in eerste linie moeten aanvallen.


Om 5.30 op zaterdag 28 september zal  het sein voor het offensief gegeven worden. In het spoor van de mobiele, rijdende veldartillerie volgen de manschappen. In 3 minuten moet 100 meter afgelegd worden tot aan de eerste Pruisenstelling.(zie kaart hieronder). De veldartillerie houdt hier 15 minuten halt. De manschappen overbruggen in 5 minuten de afstand naar de Bayerstelling. De veldartillerie verplaatst zich naar de tweede Pruisenstelling en blijft daar 6 minuten waarop het naar de Bayernstelling gaat waar ze 15 minuten vuren. Daarna vuren ze nog twee minuten op een veilige plaats voorbij die stelling waarna ze terug achteruittrekken.



Hierboven: 1:Steenbeek - 2:Hanebeek - 3:Frankenstellung - 4a-b:Preussenstellung 1 en 2 - 5:Bayernstellung - 6:Flandernstellung

Ondertussen moet de zware artillerie de Duitse stellingen bestoken. Het bombardement wordt telkens voor de mobiele veldartillerie de stelling bereikt stopgezet zodat geen eigen manschappen getroffen worden. De twee grenadiersregimenten en dat van de karabiniers vertrekken met de volgende opdracht: Na de Duitse posten aan de Frankenstelling (zie kaart hierboven) overmeesterd te hebben de Steenbeek oversteken. Ze zijn daarvoor uitgerust met drie loopbruggen. Om verder ook de Hanebeek over te komen hebben ze nog een extra loopbrug. Na het dwarsen van de Steenbeek de twee Preussenstellungen aanvallen, daarna de Bayernstellung en de Flandernstellung.

Het terrein tussen de stellingen is bezaaid met puin, stukken beton, geschut en lange stukken prikkeldraad. Daartussen lopen talrijke verlaten stukken loopgrachten. De Duitsers kunnen ondertussen vooral met hun mitrailleuses vanuit hun betonnen bunkers dood en vernieling zaaien tussen de aanvallers. Het wordt dus duidelijk een zware opdracht.

Hieronder: Tussen de X-en, het aanvalsterrein van Achille Olieu met het tweede regiment grenadiers.


Hierboven: TC= Tyne Cot Cemetery. Het regiment van Achille moet aan de Keerselaarhoek dit Engels kerkhof dat sedert midden april weer in Duitse handen is passeren en bevrijden.

Dag 1 - Zaterdag 28 september 1918 - Regiment 2e Grenadiers

Zoals voorzien start om 2uur30 het voorbereidend bombardement. Zwaar geladen houden de grenadiers zich klaar om de aanval in te zetten. Wanneer het sein om 5.30 wordt gegeven begint het licht te regenen en wat later valt het met bakken uit de hemel. Het bataljon van Achille vertrekt in derde stelling. Samen met kapitein Rossomme, en de luitenanten Braibant en Cremer voert Achille, twee dagen voordien gepromoveerd tot luitenant, het bevel over de derde compagnie. In de hevige regen steken de regimenten de Steenbeek over. Om 9.30 bereikt het bataljon van Achille de Ottohoeve (zie hieronder). Om 13.55 is het aanvalsbataljon ondertussen een km voorbij de Keerselaarshoek, ten zuiden van Passendale.



Hierboven:1.Ottofarm - 2.Keerselaarshoek - 3.Tyne Cot Cemetery - 4.Passendale centrum

Hieronder: Tyne Cot Cemetery rond 1922. Rond de Duitse bunker staan honderden houten kruisjes. Op de plaats van de bunker staat nu het Cross of Sacrifice-monument.



Om door te stoten naar Roeselare moet Passendale veroverd worden. De verdediging van de Duitsers is er echter nog intact. Vanuit de loopgrachten, bunkers en schuilplaatsen kunnen ze met kanonnen en mitrailleusses de Belgische soldaten bestoken. Rond 18 uur krijgt het bataljon van Achille bevel om Passendale links te laten liggen en om rond 21.30 op te rukken naar Moorslede. Om 22 uur wordt dit bevel geannuleerd en het bataljon moet op zijn stappen terugkeren., waarna ze ten westen van Passendale in het gehucht 's Graventafel de nacht doorbrengen.

Hieronder: Positie Achille Olieu met 1e bataljon 27 en 28 september s'avonds 



Dag 2 - Zondag 29 september 1918

Het 2e bataljon rukt op in de eerste linie. Het 1e bataljon van Achille blijft voorlopig nog in reserve. In de voormiddag geeft kolonel Donies vanuit zijn hoofdkwartier in de Hamburgpost aan de Keerselaarshoek bevel aan het 1e bataljon om vanaf 11 uur in de aanval te gaan. Van zodra Achille en de rest van het regiment het 2e bataljon voorbijsteken worden ze hevig onder vuur genomen worden. Ze blijven oprukken in de richting van het station van Passendale. De Duitsers bestoken de grenadiers vanaf daar onophoudelijk met een kanon en mitrailleuses.

Dicht bij het station neemt de 4e compagnie van het 1e bataljon onder bevel van luitenant Richelot plaats langs de spoorweg om te vuren op de Duitsers. Aan het hoofd van de 3e compagnie valt Achille daarna met zijn manschappen het station aan. Ze veroveren het kanon en de mitrailleuses en nemen een twaalftal Duitsers gevangen.

Op 22 oktober wordt Achille vermeld in een speciaal rapport.


Het station van Passendale bevindt zich in 1918 aan spoorlijn 64. Deze lijn geopend in april 1868 en genationaliseerd op 1 september 1906 loopt over 23 km van Roeselare naar Ieper. Het station Passendale-Moorslede, op grondgebied van deze laatste gemeente, maar net op de grens met Passendale, staat voor WO I langs de linkerkant van de steenweg van Passendale naar Moorslede. Voor de Duitsers is de lijn belangrijk. Ze voeren er troepen en voorraad op aan van Roeselare naar het front in Passendale. 

Hieronder: Spoorlijn tussen Roeselare en Ieper - x: station Passendale-Moorsele


Het station voor WOI voorkant en achterkant langs de sporen (Westhoek verbeeldt). Aan de overkant van het station het Hotel de la Gare dat vernield werd in WO II.



Hieronder: Opname mei 2009 - bij de x bevond zich het station in 1918.


Van 2011 tot 2016 werd langs de voormalige spoorlijn 64 de Stroroute aangelegd, voor wandelaars, joggers en fietsers. Het pad loopt langs het voormalig station waar zich nu de winkel van Landuyt bevindt.


Na de oorlog wordt er een nieuw station gebouwd aan de andere kant van de straat.


Hieronder: De Statieweg van Moorslede naar Passendale was in 1918 nog een smalle, modderige steenweg met bomen aan weerszijden.


Om 14 uur krijgt kolonel Donies bevel om verder door te stoten via Pot(t)egemsgoed en Magermerrie tot het zuiden van Roeselare. Het derde bataljon krijgt opdracht om de andere twee bataljons voorbij te steken. Wanneer Donies aan de baan van Passendale naar Moorslede aankomt ontmoet hij daar Majoor Delbrassine aanvoerder van het 1e bataljon. De 4 compagnieën van het bataljon houden daar na het veroveren van het station onder een orkaan van vijandelijk vuur voorlopig halt. Donies geeft opdracht om toch verder op te rukken. De 1e en 3e compagnie met Achille doen dit en bereiken korte tijd daarna Pot(t)egemsgoed.

Hieronder: Voor de oorlog woont landbouwer Polydoor Versavel in de grote hoeve met kloktoren. Hij heeft de bijnaam 'Pol Poteghem', naar de naam van de hoeve in het midden van de 18e eeuw. De Duitsers richten er in de oorlog hun hoofdkwartier in, tot het gebouw uitbrandt.


Om 17.30 krijgt het 1e bataljon opdracht zich te laten oversteken door het 3e en zich naar de achtergrond te laten uitzakken. Om 19.40 bereikt het 3e bataljon de omgeving van Magermerrie. Het is ondertussen schemerduister en het regent opnieuw fel. Kolonel Donies geeft order halt te houden en de 3 bataljons brengen de nacht door in de omgeving van de spoorlijn, tussen Pot(t)egemsgoed en Magermerrie. Het wordt een lastige nacht. Het blijft regenen en de Duitsers vuren voortdurend giftige obussen af.

Hieronder: locatie bataljon van Achille op de avond van 29 september.


Dag 3 - Maandag 30 september 1918

Het wordt een zware dag voor de grenadiers. Ze moeten proberen de Flandernstellung te doorbreken en de vele bunkers van waaruit de Duitsers hen bestoken met mitrailleuses, in te nemen. Om 9.35 krijgt kolonel Donies opdracht het 2e regiment verder te laten oprukken naar de wijk De Ruiter, de baan Roeselare-Menen, Rumbeke, Kachtem, Emelgem… Donies antwoordt daarop dat dit niet mogelijk is omdat ze sedert de vroege morgen opgehouden worden door mitrailleuses in een bunker ten noorden van de halte van Vierkavenhoek langs de spoorlijn. De spoorlijn tussen Roeselare en Ieper telt drie stations, in Zillebeke, Zonnebeke en Moorslede-Passendale, dat Achille de dag voordien met zijn peloton heeft ingenomen, en een aantal haltes zonder station.

Om 10.15 gaat het 3e bataljon van de 2e Grenadiers in de aanval. Ze slagen er als enige in de Flandernstellung te doorbreken en rukken op tot 300 meter ten noordoosten van de Vierkavenhoekhalte. Het kost het bataljon heel wat manschappen. De rest van de dag verdedigt het bataljon zijn positie. De Duitsers voeren ondertussen versterking aan in het gehucht Zilverberg.



Hieronder: x:Vierkavenhalte langs de vroegere spoorlijn 64 - y:locatie 3e bataljon 2e Grenadiers - z: Duitse artillerie op Zilverberg - R:Roeselare



Dag 4 - Dinsdag 1 oktober 1918

Voor zonsopgang neemt het bataljon van Achille de plaats in van het 3e bataljon. Het wordt onmiddellijk duidelijk dat de Duitsers versterking hebben aangevoerd. De beschietingen zijn veel frekwenter en heviger dan de avond voordien. Tegen 10 uur bestrijkt de vijandelijke artillerie het gehele terrein waarop het 2e regiment Grenadiers zich bevindt. Om 11 uur moet het 1e bataljon aanvallen. Vanaf hun uitkijkposten op Zilverberg hebben de Duitsers een uistekend zicht en bestoken de grenadiers van zodra ze zich in beweging zetten met hun artillerie en mitrailleuses. Ondanks dit spervuur blijven de 1e en 3e compagnie van het 1e bataljon aanvallen. 

Achille rukt met zijn compagnie op naar de bunker bij de halte van Vierkaven. Met de sabel in de hand valt hij de bunker binnen en neemt er met zijn manschappen 15 Duitsers gevangen. Ze maken er twee mitrailleuses buit.


Hieronder: De Vierkavenhoekbunker die Achille binnenvalt staat er nu nog.


Hieronder: x:locatie bunker langs de Roeselaarsestraat in Moorslede (ongeveer ter hoogte van nrs. 235-237) - y: de stroroute, vroegere spoorlijn 64 kilometerpaal 17 - links richting Roeselare - rechts richting Moorslede


Hieronder: X: Station Passendale-Moorslede dat Achille op 29 september inneemt - y: halte van Vierkaven waar Achille op 1 oktober de bunker binnenvalt


De aanval wordt daarna stopgezet. De grenadiers hebben niet voldoende munitie meer, de Belgische artillerie zit vast in de modder in Passendale. Met de enorme Duitse bombardementen en beschietingen is het onmogelijk nog verder op te rukken. In de vooravond brengt kolonel Donies het hoofdkwartier op de hoogte dat een Duitse gevangene heeft verklaard dat hun troepen de dag erna belangrijke versterkingen verwachten. Het eerste bataljon van Achille wordt s'avonds afgelost door het 2e. De drie bataljons brengen de nacht door langs de westkant van spoorlijn 64 in Magermerrie.

Kapitein Tihon, aanvoerder van de 2e compagnie in het bataljon van Achille wordt die dag gedood. Zijn luitenant Coppens d'Eeckenbrugge is gekwetst. Luitenant Sonck uit de 1e compagnie wordt geraakt door 4 kogels. Luitenant Richelot van de 4e compagnie is gewond.

Dag 5 - Woensdag 2 oktober 1918

Er wordt niet verder aangevallen. Het bataljon in eerste linie moet zo goed mogelijk de posities van de Duitsers proberen vast te leggen. De veroverde bunker aan de halte van Vierkaven blijft in handen van de grenadiers.

Kapitein Raoul de Brabandere, aanvoerder van de 6e compagnie (2e bataljon 2e regiment grenadiers) wordt gedood in Vierkaven. Hij is een half jaar jonger dan Achille en woont voor de oorlog ook in Brussel. Ze zijn ongetwijfeld goede vrienden. Hij wordt op 6 oktober langs de spoorweglijn in Vierkaven begraven. Op 25 november plaatsen zijn ouders een necrologie in diverse Brusselse kranten.



Na de oorlog wordt op vraag van zijn vader op zoek gegaan naar de exacte locatie waar zijn zoon werd begraven. Die wordt gevonden en op 17 augustus 1923 wordt hij opgegraven en overgebracht naar de militaire begraafplaats in Houthulst. 

Dag 6 - Donderdag 3 oktober 1918

Vanaf 6 uur 's morgens bombarderen de Duitsers de posities van het 2e regiment Grenadiers. Ze zoeken zo goed als kan beschutting tegen het spervuur. s' Nachts hebben ze zoveel mogelijk putten en grachten gegraven om in te schuilen. Rond 10 uur krijgt kolonel Donies bericht dat het 1e regiment Grenadiers naar het westen moeten uitwijken om daar de 9e Infanterie Divisie bij te staan. De 4e Karabiniers en 2e Grenadiers moeten in hun spoor volgen. 

Alois Biebuyck (West-Vlaming, geboren in Sint-Eloois-Vijve) commandant van de 6e legerdivisie, en adjudant van Koning Albert I, zendt die dag samen met generaal-majoor Lotz zijn felicitaties naar de commandant van de 12e Divisie Infanterie.

'Avant la fin heureuse et décisive de la bataille de Flandre, je tiens déjà à vous exprimer toute ma satisfaction au sujet de la conduite glorieuse de la 12 D.I. et vous prie de transmettre aux officiers, sous-officiers et soldats sous vos ordres, mes féliciations enthousiastes. J'ai la conviction que malgré les pertes et les privations, chacun continuera de faire toute son devoir, jusqu'au bout, jusqu'à la délivrance porochaine de notre chère Patrie.'

Dag 7 - Vrijdag 4 oktober 1918


De tegenstand van de Duitsers vanaf Zilverberg blijft groot en op de avond van 4 oktober bevindt het 2e regiment Grenadiers zich nog altijd rond de wijk Magermerrie.

Hieronder: Locatie van de regimenten van de 12e divisie op de avond van 4 oktober.


Vanaf zaterdag 5 oktober 1918

Het is de afgelopen dagen duidelijk geworden dat de divisie alleen verder kan aanvallen nadat de nodige artillerie en munitie tot bij hen geraakt is. Verdere aanvallen zonder steun van de artillerie kan alleen maar tot een onevenredig aantal doden en gekwetsten leiden. De grenadiers zullen voorlopig op hun positie blijven.  

Ondertussen blijft de Duitse artillerie dag na dag de posities van de 12e divisie bestoken. Het regent soms giftige obussen. Vanuit hun laagvliegende vliegtuigen beschieten de Duisers met mitrailleuses de grenadiers in de loopgraven. Op 7 oktober neemt Achille met zijn bataljon weer plaats in de eerste linie. Drie dagen later mogen ze terug naar de derde linie. Vanaf 12 oktober wordt de 12e infanteriedivisie afgelost door de 6e. Het bataljon van Achille verlaat die avond de sector. Ze overnachten in de ruines en loopgrachten langs het Ieperleekanaal. Op 13 oktober nemen ze in Elverdinge de stoomtram die hen naar Leisele brengt.

De verliezen van de grenadiers tussen 27 september en 13 oktober in cijfers

27 september:
1e regiment: 54 officieren - 1624 soldaten
2e regiment: 54 officieren - 1537 soldaten

Verliezen tussen 28 september en 13 oktober
1e regiment: 5 officieren overleden - 14 gewond
                  55 soldaten overleden - 357 gewond
                  22 soldaten vermist

2e regiment: 3 officieren overleden - 15 gewond
                  77 soldaten overleden - 341 gewond
                    3 soldaten vermist

- Beide regimenten verliezen zo in twee weken meer dan een vierde van hun gewone manschappen. (Het 1e R 26,27% en het 2e R 27,39%).
- Het 1e R verliest 35% van zijn officieren en het 2e 33%.
- Meer dan een kwart van alle manschappen samen van de 2 regimenten (3269) worden gedood, verwond of zijn vermist. (892) Iets meer dan 27%.

Hieronder: Lof voor de Grenadiers die als eerste de Flandernstellung doorbreken en onder hevig vijandelijk vuur gedurende twee weken hun positie verdedigen.


Hieronder: Achille Olieu blijft ongedeerd en vertrekt van Magermerrie naar Elverdinge en daarna naar Leisele.


De stoomtramhaltes van Elverdinge waar de grenadiers op 13 oktober vertrekken en Leisele hun eindbestemming, kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.




In Leisele kampeert het regiment van Achille in het kamp van Brussel en het kamp van de Engelsen. Lang duurt hun verblijf daar niet. Op 17 oktober krijgt de divisie bevel om de dag erop te vertrekken naar Kortemark. Een week voordien heeft het 10e Linieregiment Handzame en Kortemark ingenomen en bevrijd. 

Op 18 oktober nemen de 3 regimenten de trein in het nabijgelegen Izenberge. Het 2e regiment grenadiers vertrekt om 9.50 als laatste. Eindstation is de Grognie in Oudekapelle. Vanaf daar gaat het verder te voet naar Woumen (waarbij de Ijzer moet overgestoken worden), waar het via de Sint-Pieterswijk naar Klerken gaat. Daarna via de Ruiterhoek naar Zarren en tenslotten naar het station van Handzame. Het 1e regiment en een deel van het 2e slaat daarna zijn kamp op ten zuiden van Kortemark. De rest van het 2e regiment blijft in Handzame.


Op 20 oktober gaat het richting Torhout dat twee dagen voordien werd bevrijd. De nacht wordt daar doorgebracht. De dag erop rukt de 12e divisie op naar de streek van Ruddervoorde-Waardamme. Het 2e regiment passeert om 8 uur 's morgens het station van Torhout. Via het gehucht De Griete en de Hazelbeekstraat bereiken ze Ruddervoorde en tenslotte Waardamme.



Het hoofdkwartier van de 12e divisie wordt ondergebracht in het Breidelskasteel in Oostkamp. Het 2e regiment slaat zijn bivak op in Waardamme, en de dagen erna ten oosten van Ruddervoorde. In afwachting van een volgende opdracht oefenen ze dagelijks. 

Nu het wat kalmer is en er tijd is om wat papierwerk te doen in het Breidelskasteel, wordt Achille opnieuw voorgedragen voor een eervolle onderscheiding voor zijn acties op 29 september en 1 oktober.


Hieronder: Commentaar van majoor Delbrassine, commandant van het 1e bataljon 2e grenadiers en advies van kolonel Donies commandant van het 2e regiment.


Ook het advies van de commandant van de 6e legerdivisie is positief, maar het duurt tot 12 november voor de aanvraag officieel klaar is. Op 21 januari wordt in het legerjournaal genoteerd dat Achille hij beloond werd met de 'Aigle Blanc de Serbie de 5e classe avec glaives'.





Op 1 november krijgt de 12e infanteriedivisie opdracht de dag erna te vertrekken. Op 2 november verlaat het 2e regiment 's morgens vroeg Waardamme. Om 7 uur passeren ze Schare. Via Hertsberge rukken ze op naar het station van Sint-Joris en vandaar naar Knesselare, waar ze hun bivak opslaan. Voor de eerste keer in 4 jaar hebben ze de grens tussen West- en Oost-Vlaanderen overgestoken. 


Op 5 november horen ze dat de Duitsers zich overal terugtrekken. Op 7 november krijgt de divisie te horen dat ze samen met de 3e, 4e, 9e en 12e infanteriedivisies moeten proberen de Schelde over te steken. Op 8 november verlaten ze Knesselare. Het 2e regiment verlaat de gemeente om 7.45. Via Aalter, Lotenhulle, Nevele, Vosselare, Sint-Martens-Leerne en Deurle bereiken ze in de namiddag Nazareth, waar ze de 11e Franse infanteriedivisie gaan aflossen.


Het eerste en het derde bataljon met Achille bezetten Nazareth. Het is de bedoeling dat ze de dag erna het 69e Franse infanterieregiment aflossen. Die hebben hun hoofdkwartier ingericht in het kasteel van Eke. De Duitsers hebben eind oktober hun verdedigingslinie opgetrokken aan de overkant van de Schelde, van Gent tot Oudenaarde. Tussen Eke en Semmerzake hebben ze zich verschanst achter de kerk van Semmerzake. Hun artillerie hebben ze opgesteld op de hoogte tussen Semmerzake en Vurste.

De 8e hebben de Fransen de Schelde ter hoogte van de sluis tussen Eke en Semmerzake kunnen oversteken. Daar bezetten ze de meersen. Het terrein is laag en drassig en vol irrigatiekanalen. Naar Semmerzake loopt de oever steil omhoog, vergelijkbaar met een amfitheater. De Franse aanval gaat gepaard met hevig artillerievuur waarbij vele gebouwen van Semmerzake tot Gavere zwaar beschadigd worden. 

Vanaf 9 november gaan de grenadiers 2 bataljons in de eerste linie posteren. In het noorden wordt dat het 3e bataljon van het 2e regiment. Dit bataljon moet het bruggenhoofd aan de overkant van de Schelde bezetten. In het zuiden neemt het 1e bataljon van het 1e regiment plaats.

Achille blijft met zijn bataljon in tweede linie. Ze moeten samen met het 2e bataljon van het 1e regiment de positie verdedigen in het noorden vanaf het kasteel van Eke, langs de baan Gent-Oudenaarde tot aan het kruispunt met de spoorweg en dan verder naar het noorden tot de Sint-Janswijk van Gavere.


1: Kasteel van Eke - 2: 1e Bat. 2e RG bataljon van Achille Olieu
3: Sint-Janswijk Gavere - 4: Spoorweg Gent-Oudenaarde
5: 3e Bataljon 2e Regiment Grenadiers - 6: Het Sluis (hieronder kort voor WOI)


Op 9 december zet het 3e bataljon zich onder leiding van majoor Etienne om 17 uur als eerste in beweging. Ze volgen de Bosstraat tot aan het station van Eke. Al vlug beginnen de Duitsers met het afvuren van obussen, en wanneer een knoflookgeur zich verspreidt moeten de grenadiers vlug hun gasmasker opzetten. Ze vermijden het dorpscentrum van Eke, en trekken nog wat verder zuidelijk waarna ze afbuigen naar het oosten. Onder de beschutting van de bomen in het park van het kasteel van de Pelichy bereiken ze de Moerbeek.


Het regent ondertussen gasobussen en de Duitse kanonnen en mitrailleuses vuren onophoudelijk. Even verder wacht de Schelde, die ze op twee wankele, modderige loopbruggetjes over moeten.

Hieronder: x:Locatie Kasteel van de Pelichy (nu Pedagogisch Centrum Wagenschot vzw. - y: Moerbeek


Het 3e bataljon bestaat uit 4 compagnieën, de 9e tot de 12e. De 9e, 11e en 1 peloton van de 10e bezetten het bruggenhoofd. Aan het einde van één der loopbruggen wordt de commandopost van de aanvoerder van het bataljon in de kelder van een klein huisje ingericht. Kolonel Donies commandant van het 2e regiment volgt en coördineert alles vanaf en in de ruines van het kasteel de Pélichy. 


Hieronder: Eén van de loopbruggen die de grenadiers gebruiken om de Schelde over te steken.


Vanaf Semmerzake hebben de Duitsers een perfect zicht op aflopend terrein naar de Schelde, waar de grenadiers hebben postgevat.


De Duitsers die de voorwaarden voor de wapenstilstand op 11 november al hebben aanvaard hebben geen enkele reden meer om spaarzaam om te springen met hun munitie en vanaf zonsopgang op 10 december blijven de Duitse kanonnen en mitrailleuses onophoudelijk vuren in de richting van het bruggenhoofd, de loopbruggen en het kasteel de Pélichy. Zo'n 300 projectielen per minuut komen de richting van het bruggenhoofd en Eke uit. De grenadiers van het 3e bataljon kunnen niets anders dan zich zo goed en kwaad mogelijk verschansen.

Eén peloton onder leiding van luitenant Preud'homme kan toch een 80-tal meter opschuiven en de omgeving van Sluis innemen. 

Daarna probeert hij onder dekking van de eigen artillerie met een peloton van de 11e compagnie op te rukken naar Semmerzake. Na 80 meter moeten ze onder druk van het vijandelijk vuur halt houden en etrugkeren. De Duitsers vuren nu alles wat ze nog hebben af en gedurende 20 uren herscheppen ze het terrein tussen Semmerzake in een maanlandschap. Eke, het kasteel de Pélichy en de rivieroevers worden plat gebombardeerd. Tussen zonsopgang op 10 december en die op de 11e worden 18 grenadiers gedood, waaronder luitenant Marcel Jean Preud'homme zelf. 

Om 20.55 krijgt kolonel Donies het nieuws te horen dat de Duitse overheid alle voorwaarden voor een wapenstilstand heeft aanvaard. Een uur later volgt het bericht dat keizer Wilhelm II in Eijsden de Nederlandse grens heeft overgestoken. De Duitsers stoppen hun bombardementen en beschietingen pas om 6 uur 's morgens op 11 november. Nog een paar grenadiers verliezen zo luttele uren voor de wapenstilstand hun leven.

Om 11 uur (Franse tijd - volgens de Engelse tijd is het 12 uur) op 11 november is het zover. Na meer dan 4 jaar is de Eerste Wereldoorlog ten einde. Ook in de sector van Ekeren wordt dat uur vuurwerk in alle kleuren afgevuurd.

De balans van de laatste dagen in de sector is echter zwaar. Het 1e regiment grenadiers telt 4 doden en 24 gekwetsten. Het 2e regiment 19 doden en 32 gewonden. 

Hieronder: Positie van de grenadiers bij het ingaan van de wapenstilstand om 11 uur op 11 november.


Bericht uit De Vooruit van 21 november 1918


In Eke herinneren twee monumenten aan de grenadiers in november 1918. Eén ervan is terug te vinden in de Noël Schoorensstraat bij de toren van de oude Sint-Amandskerk en de begraafplaats van Eke. Aan de linkerkant is een naamplaat met de 23 gesneuvelde grenadiers bevestigd.



Eén van de overledenen is sergeant Queromesse die deel uitmaakt van de 9e compagnie (3e bataljon 2e Regiment grenadiers). Hij is 3 jaar jonger dan Achille en neemt ook bij aanvang van de oorlog dienst als vrijwilliger. Hij woont dan in Sint-Pieters-Woluwe. Het is wrang dat hij net als de andere grenadiers een dag voor de Wapenstilstand die om 5.20 's morgens ondertekend wordt (en daarna gantidateerd wordt naar 5 uur) zinloos moet sneuvelen. Tijdens de 3 voorgaande dagen van onderhandelen hebben de Duitsers al alle voorwaarden voor het beëindigen van de oorlog aanvaard, maar zoals eerder vermeld stoppen ze pas om 6 uur 's morgens met de beschietingen rond Eke. 


Achille maakt de laatste paar dagen an de oorlog dus door in tweede linie. Door de wapenstilstand moet zijn bataljon de positie van het derde bataljon in de eerste linie niet meer overnemen. Hij is de oorlog heelhuids doorgekomen.

De grenadiers krijgen opdracht hun posities te behouden. Ze mogen de bereikte frontlijn niet overschrijden en slaan hun kamp op in Nazareth.




Op 15 november, Koningsdag, wordt in de kerk van Nazareth een Te Deum gezongen. Dezelfde dag wordt bekend gemaakt dat de grenadiers vanaf de 17e de Schelde mogen oversteken. De genietroepen leggen daarvoor een brug aan bij het Sluis. Op zondag 17 november vertrekken de grenadiers uit Nazareth. 

De treinsporen in de streek tussen de Schelde en de Dender zijn vernietigd door de Duitsers. De stations hebben ze ofwel in brand gestoken of opgeblazen met explosieven.Van Nazareth gaat het naar Eke, Melsen, Boterhoek(straat), Bottelare en Moortsele. Het bataljon van Achille slaat daarna zijn kamp op in Landskouter (Oosterzele).


De 18e gaat de mars verder langs Moortsele, Bavegem naar Oordegem, waar ze de weg van Gent naar Aalst volgen. Het regiment van Achille houdt halt in Erondegem om hun kamp voor de nacht op te slaan. Eén bataljon bewaakt 's nachts op vraag van de gemeentelijk overheid Mere. Het 1e regiment trekt verder tot Aalst. Om 19 uur krijgt kolonel Donies, commandant van het 2e regiment te horen dat hij de volgende dag met het 2e regiment naar Brussel moet. 

Op 19 november vertrekt Achille al vroeg uit Erondegem. Om 7 uur 's morgens passeren in ze Aalst en om 14 uur trekken ze Brussel binnen. Het 1e bataljon met Achille en het 3e nemen hun intrek in de Prins-Albert kazerne in de Rue des Petits Carmes. Het 2e bataljon gaat naar het Klein Kasteeltje. Op 21 november komt de rest van de 12e infanteriedivisie toe in Brussel. 

Hieronder: De Prins Albert kazerne in de Rue des Petits Carmes (nu de Karmelietnstraat) een paar jaar voor WOI




Achille blijft in dienst bij het eerste bataljon van het 2e regiment. Hij kan nu regelmatig zijn ouders opzoeken in hun bakkerij en woning in de Avenue du Boeulevard in Sint-Joost-ten-Noode, dicht bij het Rogierplein. In de zomer van 1919 vertrekt hij in juli naar het kamp van Beverlo (aangelegd in 1835) waar hij opleiding zal geven aan de nieuwe rekruten in de infanterieregimenten.


In juni en juli wordt voor zijn overplaatsing naar het kamp van Beverlo een biografische nota opgemaakt, waarin zijn diverse oversten hun commentaar en advies moeten geven.

Hieronder: Majoor Bogaerts is nu aanvoerder van het 1e bataljon. Hij heeft geen deel uitgemaakt van het 2e regiment grenadiers tijdens de oorlog. Hij schrijft dat Achille de indruk geeft een dappere soldaat te zijn, die risico's niet uit de weg gaat. Hij is een goede aanvoerder van zijn peloton en door zijn durf die welbekend is heeft hij een grote invloed op zijn mannen. 'Maar hij zou wel willen zien dat hij zich meer interesseert aan de details die met de legerdienst te maken hebben.'


Dit is de allereerste kritiek die Achille krijgt sedert hij begin augustus 1914 dienst heeft genomen. Kolonel Donies die Achille al jaren kent is het daar niet mee eens. 'Zeer doortastende officier en erg moedig, briljante aanvoerder van zijn peloton en instructeur, heeft altijd bewijs gegeven van vastberadenheid en koelbloedigheid. Verzorgde opvoeding, recht door zee en kordaat, heeft een groot overwicht op zijn manschappen. De onderscheidingen die hij ontvangen heeft getuigen van zijn waarde. Twee maal gewond. Ik heb de terechtwijzing die zijn bataljonchef maakt niet vastgesteld, maar ik hoop dat deze  zal volstaan hebben om zijn aandacht te trekken op dit punt.'


Hieronder: Kolonel Donies die veel met Achille heeft doorgemaakt gedurende meer dan 4 jaar. Hij kan de opmerking van majoor Bogaerts over Achille niet appreciëren.


Achille is een enige zoon en zijn ouders zouden graag hebben dat hij de goeddraaiende bakkerij overneemt. Is Achille inderdaad al bezig met zijn demobilisatie? Hij heeft er na bijna 5 jaar in ieder geval recht op. Vanaf 10 juli is de demobilisatie begonnen. De soldaten worden volgens hun klassejaar of jaar waarin ze dienst hebben genomen gedemobiliseerd. 

Op 1 september 1919 verlaat Achille Beverlo en het leger. Op 30 augustus en 1 september wordt daarvoor een laatste keer een biografische nota opgemaakt. Achille ondertekent de commentaren van 30 augustus. Op 1 september is hij al vertrokken.


Hij is 5 jaar in dienst geweest en is nu bijna 28, hoog tijd om mee te werken in de bakkerij en die daarna over te nemen. Zijn ouders kunnen nu meer tijd doorbrengen in en uiteindelijk full-time verhuizen naar hun huis in de Finsentstraat in Knokke. Kort daarna ontmoet Achille Berthe De Greef, dochter van een graanhandelaar uit Vilvoorde. Ze huwen daar op 20 april 1920. Hun eerste dochtertje wordt in maart 1926 levensloos geboren. Een tweede dochter overlijdt in augustus 1927 na 3 dagen. Op 18 augustus 1928 wordt Simonne geboren. Achille en Berthe zijn dan beiden 37. Drie maand later overlijdt Berthe onverwachts aan een hartfalen. Achille zal daarna niet meer opnieuw huwen. (zie Bakkers in Brussel)

Hieronder: Achille in zijn legeruniform met zijn zuster Rachel Olieu



In deel 4 volgen we Achille in de jaren tussen WOI en WOII.