donderdag 13 april 2017

De Olieux's in Lauwe - deel 1

1.Begin en overzicht
 
We starten dit verhaal met Joannes Ludovicus Olieux.Hij is één van de vijf zonen van Petrus Jacobus Olieux en Maria Regina De Rycker.Hij wordt op 18 november 1797, tijdens de Franse overheersing, geboren in Gullegem.Twee van zijn broers overlijden in dienst van het Nederlandse leger.Zijn oudste broer, Petrus Jacobus in juni 1819 op Java, en zijn jongere broer Francois in de militaire gevangenis van Oegstgeest, midden januari 1827.Hijzelf en zijn familie zullen nooit weten wat er met Petrus Jacobus na zijn vertrek naar Oost-Indië gebeurd is.
 
Joannes Ludovicus Olieux wordt ook goedgekeurd voor dienst in het leger, maar krijgt uiteindelijk definitieve vrijstelling omdat hij in 1818 huwt.Hij doet dat op 19 juni in Gullegem met de 7 jaar oudere Maria Theresia Debaene.Ze krijgen samen 5 kinderen.Na twee meisjes, Maria Anne Therese in 1820 en Marie Therese in 1823 volgen 3 jongens.Joannes Franciscus, geboren in 1827 overlijdt al na 4 maanden.In 1828 wordt Petrus Franciscus geboren en in 1833 Joannes Benedictus.
 
Petrus Franciscus verhuist na zijn huwelijk in 1856 met Catharina Verriest naar Moorsele, en in 1874 naar Wevelgem.Bij zijn geboorte wordt hij net als zijn broers en zusters ingeschreven als 'Olieu' in de registers van de burgerlijke stand in Gullegem.Hij krijgt 10 kinderen (9 in Moorsele en 1 in Wevelgem) en bij 8 ervan wordt de schrijfwijze 'Olieu' aangehouden.
 
Zijn jongere broer Joannes Benedictus Olieu huwt op 18 september 1862 in Gullegem met Theresia Coleta Vanlede.Hun eerste vijf kinderen worden geboren in Gullegem.
 
-Henricus Ivo Olieux °20/01/1863 - +14/02/1863
-Paulina Coleta Olieux °15/02/1864 - 12/01/1938
-Pharailde Olieux °17/01/1865 - +14/03/1865
-Pelagie Octavie Olieux °18/02/1866 - +27/01/1872
-Henri Ivo Olieux ° 06/04/1867 - 05/10/1924
 
Na de geboorte van Henri Ivo, verhuizen Joannes Ludovicus Olieux en Theresia Coleta Vanlede naar Lauwe.Twee van hun kinderen zijn dan al in Gullegem overleden.Hun dochter Pelagie zal 5 jaar later op 6 jarige leeftijd overlijden in Lauwe.
 
In Lauwe krijgen ze nog 5 kinderen:
-Cyrillus Camillus Olieux °29/01/1870 - +13/03/1942
-Gustavus Olieux °03/04/1871 - +03/01/1923
-Aloysius Olieux °03/05/1874 - +31/01/1943
-Elodia Victorina Olieux °21/11/1876 - +25/06/1944
-Alphonsus Petrus Olieux °05/11/1877 - +13/01/1879
 
Alle kinderen van Joannes Benedictus worden bij hun geboorte, in de Burgerlijke Stand van Lauwe als 'Olieux' ingeschreven, en dat zal daarna ook de officiële schrijfwijze blijven Joannes en Theresia krijgen uiteindelijk 6 zonen en 4 dochters.Vier van hun kinderen overlijden al op jonge leeftijd:
-Henricus Ivo: 25 dagen
-Pharailde: 56 dagen
-Pelagie: 5 jaar, 9 maanden en 11 dagen
-Alphonsus: 1 jaar, 2 maand en 8 dagen
 
2.Joannes Benedictus Oieu de stamvader van de tak van Lauwe
 
Joannes Benedictus Olieu wordt op donderdag 21 maart 1833 om 7 uur 's morgens geboren.Zijn vader Joannes Ludovicus  is 36 en boomvelder.HIj gaat op vrijdag om 13 uur de geboorte aangeven in de herberg 'Het Gemeentehuis' op de Plaats van Gullegem.De twee getuigen zijn brouwer Petrus Decoutere en veldwachter Franciscus Joannes Tillieu, die zich meestal wel ergens in de buurt bevinden.De 42-jarige Maria Theresia Debaene is de moeder van Joannes.
 
Zijn twee zussen Marie Anne Therese en Marie Therese zijn 13 en 10 bij zijn geboorte.Zijn broer Petrus Franciscus is vijf.Drie van zijn grootouders zijn al overleden.Alleen zijn grootvader Petrus Jacobus Olieux is nog in leven in 1833.Hij is dan 64 en is na het overlijden van zijn eerste vrouw opnieuw gehuwd met Maria Theresia Verborg.Zij overlijdt een jaar na de geboorte van Joannes Benedictus.Veel ooms, tantes, neven en nichten heeft Joannes verder ook niet.Zijn vader heeft nog één broer in leven, Constantin.Die is in 1833 30 en nog vrijgezel.Hij huwt in 1838 met de 21-jarige Coleta Gheysen, maar ze overlijdt nauwelijks één jaar na het huwelijk.Constantin blijft daarna voor de rest van zijn leven weduwnaar.
 
Ook langs de kant van zijn moeder is er niet veel familie.Er is tante Marianna Debaene in 1813 gehuwd met Jacobus De Ryckere.Ze hebben twee zonen Jean Baptiste en Charles Louis.Er is nog wel wat verder verwante familie langs de kant van zijn grootvader Petrus Jacobus Olieu.Die heeft 5 gehuwde broers, maar één ervan is kinderloos en twee wonen een heel eind van Gullegem, in Brugge en Eksaarde.
 
In 1846 wordt de bevolking van Gullegem ingeschreven in een register.De 13 jarige Joannes is enige die nog thuis woont bij zijn ouders un het gehucht Kwadestraat.Hij werkt als koewachter.
 
 
  
Zijn zusters zijn in 1844 en 45 gehuwd en zijn broer Petrus Franciscus die 18 is werkt als dienstbode in Ledegem.Vader Joannes werkt nog altijd als boomvelder.Hij overlijdt vier jaar later op 27 maart 1850 in zijn woning.Petrus Franciscus die ondertussen samen met hem als boomvelder werkt gaat het overlijden aangeven.
 
 
Grootvader Jacobus Olieux, ondertussen 80, verblijft bij het overlijden van zijn zoon  al een aantal jaar in het oudmannenhuis op de Plaats van Gullegem.Petrus Franciscus, 22 en Joannes Ludovicus, 17 blijven na het overlijden van hun vader bij hun moeder Maria Theresia Debaene wonen.Ze overleeft haar man met bijna vijf jaar en overlijdt in Gullegem op 1 maart 1855.Oudste zoon Petrus Franciscus, die na het overlijden van zijn vader als zwingelaar is beginnen werken doet nu ook weer de aangifte.Een jaar later huwt hij in Moorsele met Catharina Verriest.
 
Joannes Benedictus is bij het overlijden van zijn moeder 22.Twee jaar voordien heeft hij in 1853 deelgenomen aan de lottrekking voor de militie in Gullegem.We vinden de beschrijving van Joannes Benedictus terug in het militieregister van Gullegem uit 1853.
 
  
Hij is 1.61 meter, en heeft een ovaal gezicht, een hoog voorhoofd, blauwe ogen, een grote neus en een ronde kin.Zijn haar en wenkbrauwen zijn blond.Hij heeft verder geen bijzondere kenmerken of littekens.
 
Met het lotnummer 38 moet hij niet in dienst.Na het overlijden van zijn moeder staat hij er alleen voor.Hij heeft de keuze als landwerker, dagloner of zwingelaar te werken.Hij besluit echter zich aan te bieden als vervanger van iemand die aan de legerdienst wil ontsnappen en zo nog wat geld te verdienen.
 
In 1855 trekt Joannes Constantinus Defoort in Gullegem het nummer 13, meteen het laagste nummer van zijn lichting (nummers 1 tot 12 zijn 'miliciens 'van vorige lichtingen die een voorlopig uitstel hebben gekregen) en moet daarmee in dienst.Joannes Benedictus is bereid om hem te vervangen.
 
Bij een vervanging moest een contract worden opgesteld tussen de milicien die zich liet vervangen en de 'remplacant'.Dit werd soms bij de notaris gedaan maar dat bracht extra kosten mee en vaak werd er een onderhandse akte opgemaakt.Er is geen akte van vervanging terug te vinden bij de notarissen Gullegem en omliggende gemeenten.Het valt trouwens op dat in die periode weinig aktes worden opgemaakt.In Gullegem in 1855 geen enkele.
 
 
 
 
 
In 1855 worden 41 miliciens ingeschreven in het register van Gullegem.De eerste twaalf zijn miliciens met uistel.De 29 miliciens van de lichting 1855, geboren in 1835, moeten daarna een lotnummer tussen 13 en 41 trekken.Iedere gemeente levert volgens zijn inwonersaantal een deel van de soldaten, die bovenop de vrijwilligers nodig zijn om het leger op zijn gewenste sterkte te houden.Dat zijn er in die periode ongeveer 10.000.
 
Gullegem moet in 1855 zeven miliciens leveren:
 
5.Constantin Verraest °15/03/1833: Heeft de twee vorige jaren uitstel gekregen.In 1853 omdat hij met zijn 1.53 te klein is en bovendien een gebroken been heeft en in 1854 omdat hij te zwak wordt bevonden.In 1855 is hij plots 1.67 en wordt goedgekeurd.In 1853 woont hij in Halluin en hij zendt waarschijnlijk iemand die kleiner is in zijn plaats naar de lottrekking en geneeskundig onderzoek.Hij zal later 3 keer deserteren en terug worden opgepakt.Op 7 maart 1861 wordt hij uit de militaire rang ontzet en veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf.
 
13.Jean Constantin Defoort °26/09/1835 - laat zich vervangen door Joannes Benedictus Olieu - lichting 1853 lotnummer 38 - op 1 mei ingedeeld bij het 2e regiment Jagers te paard.
 
14.Frederic Vanbelle °25/01/1835 - op 1 mei ingedeeld bij het 11e Linieregiment.
 
15.Constantin Vanneste °13/03/1835 - op 1 mei ingedeeld bij de Karabiniers.
 
19.Pierre Joachim Huysentruyt °03/04/1835 - laat zich vervangen door Leopold Lommens °24/07/1833 - lichting Gullegem 1853 lotnummer 32 - wordt op 1 mei ingedeeld bij het 9e Linieregiment - deserteert op 10 en 28 september 1858.
 
20.Charles Louis Delplancke °14/05/1835 - laat zich vervangen door Felix Henri Oost °16/09/1823 - lichting 1847 lotnummer 22 - in 1847 en 1848 uitstel en in 1849 goedgekeurd met lotnummer 13 - wordt in 1849 ingedeeld bij het 7e Linieregiment - wordt op 1 mei 1855 ingedeeld bij het 11e Linieregiment - in 1862 en 1868 vervangt hij nog 2 dienstplichtigen, één uit Fontaine-Walmont in Henegouwen en de andere uit Deerlijk.
 
24.Pierre Jean Ameye °9/11/1835 - wordt op 1 mei ingedeeld bij het 2e Regiment Jagers te Paard - na zijn diensttijd vervangt hij in 1860 Felix Messiaen ook uit Gullegem en wordt ingedeeld bij het 1e regiment lansiers - in 1865 vervangt hij Jean Jacques Masureel uit Kortrijk die eerder al uitstel heeft gekregen voor een hoornvliesontsteking - Jean Jacques wordt in eerste instantie vervangen door Ives Aspeel (°15/05/1834) uit Lendelede, maar die wordt wegens een liesbreuk afgekeurd - Pierre Ameye wordt op 30 juni 1865 opnieuw ingedeeld bij het 1e regiment Lansiers
 
 
Constantin Verraest wordt als nummer 4 vermeldt op het bovenstaande lijstje, maar wordt wel degelijk als nummer 5 ingeschreven in het militieregister.
 
Joannes Benedictus Olieux wordt dus op 1 mei 1855 ingedeeld bij het 2e regiment 'Jagers te Paard'.
 
Hieronder: Tekening van het 2e regiment Chasseurs à Cheval in 1842 door James Thiriar (1889-1965)
 
 
Hieronder: Het grote tenue uniform van het 2e Regiment Jagers te Paard rond 1910
 

Hij blijft tot 1862 in dienst bij hetzelfde regiment.In zijn huwelijksakte van 18 september 1862 wordt vermeld : '...geautoriseerd tot het aangaen van huwelijk door den Colonel commandant van het tweede Regiment Jagers te Paard..' Dit document wordt in 1862 als nummer 3 bij het dossier van de huwelijksbijlage gevoegd, maar alle huwelijksbijlages van het arrondissement Kortrijk werden bij een brand in het Gerechtshof van Kortrijk vernietigd.
 
 
Joannes Benedictus huwt op donderdag 18 september 1862 om 18 uur in het Gemeentehuis van Gullegem.Hij is 29.Theresia Coleta Vanlede is 26 en enig kind van Eustatius Franciscus en Alexandrine Coucke.De vier getuigen zijn Petrus Joannes Laga, de gemeenteontvanger, wagenmaker Petrus Dejonckheere, herbergier Edouard Bourgeois en Leo Verhulst, kleermaker.Alle vier geen familie.
 
Bij het kerkelijk huwelijk en huwelijksfeest zullen ook niet veel Olieu(x)'s aanwezig zijn.
 
Marie Anne Therese Therese Olieu, de oudste zuster van Joannes Benedictus is in 1857 op 36 jarige leeftijd overleden, vijf dagen nadat haar zesde kind, een meisje, levensloos te wereld is gekomen.Haar man Petrus Devoldere is in 1859 overleden.Van hun zes kinderen is in 1862 alleen nog Ludovica Devoldere in leven.Ze is vijf bij het overlijden van haar vader.Ze overlijdt in 1866 op 12 jarige leeftijd in het gesticht 'Oudmanhuis' in Gullegem, waar ze waarschijnlijk als wees wordt opgevangen.Waarom niemand van de familie van haar ouders haar opvangt blijft een raadsel.
 
Verder is er nog Marie Therese Olieu, de 10 jaar oudere zus van Joannes Benedictus.Ze is in 1862 al 17 jaar gehuwd mer Petrus Joannes Bonte, en ze heeft 6 kinderen.De jongste Paulina is pas 8 maanden bij het huwelijk van haar oom.
 
En tenslotte Petrus Franciscus Olieu, broer van Joannes Benedictus en 5 jaar ouder.Hij is vijf jaar voordien gehuwd met Catharina Verriest en woont in Moorsele.Hij heeft ondertussen al 3 kinderen.
 
Hieronder: de handtekeningen onder de huwelijksakte.Joannes Benedictus ondertekent met vaste hand.Waarschijnlijk heeft hij in het leger leren schrijven, want zowel zijn vader en broer waren ongeletterd.Drie van de getuigen kunnen mee ondertekenen.Petrus Lagae is als gemeenteontvanger gewend om te schrijven, maar de handtekeningen van herbergier Bourgeois en wagenmaker Petrus Dejonckheere zijn bibberig.Kleermaker Leo Verhulst, bruid Theresia Coleta Vanlede en haar ouders zijn ongeletterd.
 
 
Na het huwelijk gaan Joannes en Theresia in de Rozestraat wonen.Joannes werkt als zwingelaar en
Theresia verdient wat bij als spelde- en kantwerkster.Vier maanden na hun huwelijk wordt hun zoontje geboren dat ze de namen Henricus Ivo geven.Het is mogelijk dat Henricus te vroeg wordt geboren, want hij overlijdt al na 25 dagen.Bij het overlijden van Ivo wonen ze nog in de Rozestraat maar verhuizen daarna naar de Kwadestraat.
 
 
Hieronder: De Rozestraat rond 1905
 
 
Hieronder: De Plaats van Gullegem rond 1900.Naast het huis met de trapgevel zien we de herberg 'Het Gemeentehuis' waar geboorten en overlijdens vanaf de Franse periode tot 1930 moesten aangegeven worden.
 
 
In 1864 verhuizen Joannes en Theresia naar de Kwadestraat, een gehucht ten noorden van de Plaats.Hier worden hun volgende 3 kinderen geboren, Paulina Coleta (1864), Pharailde (1865) en Pelagie Octiavie (1866).Pharailde overlijdt na 56 dagen.In 1867 zijn ze weer verhuisd en hun zoon Henri Ivo (hij krijgt dezelfde voornamen als zijn overleden broertje) wordt geboren in het gehucht Hemelhof.
 
In het bevolkingsregister van 1866-1880 worden ze ingeschreven in de 'Gouden Bank' sectie, Kassei op Moorsele 4'.De Gouden Bank was sedert het eind van de 17e eeuw het wethuis van Gullegem, waar de baljuw en de schepenen verzamelden.De schepenbank werd door de Fransen afgeschaft in 1795.
 
 
 
 
Eustatius Franciscus Vanlede en Alexandrine Coucke wonen nu bij hen in.Theresia Coleta is zoals eerder vermeld hun enig kind.
 
Vanaf 1860 heeft de Engelse, Schotse en Ierse textielindustrie steeds meer Vlaams gezwingeld vlas nodig.In Kortrijk vestigen zich meer en meer exporthuizen van vlas.De mechanisatie is ook in Vlaanderen op komst maar er zal nog tientallen jaren handwerk nodig zijn.Joannes Benedictus werkt al sedert zijn huwelijk als zwingelaar in Gullegem.In de gemeenten dicht bij de Leie, later 'de gouden rivier' genoemd, is er voor hem veel meer werk dan in Gullegem.Hij besluit dan ook te verhuizen naar Lauwe.
 
Hieronder: Er waren heel wat bewerkingen nodig voor het vlas kon gebruikt worden Na het brakelen, waarbij de meeste houtachtige delen verwijderd werden, moest de zwingelaar de laatste houtachtige restanten van de vezels verwijderen.Dit werd in de late herfst en de winter gedaan.Veel zwingelaars hadden achteraan hun huis een zwingelkot waar ze met een tredmolen, die met de voet in beweging werd gehouden, het vlas konden zwingelen.Later kochten ook in Lauwe verscheidene vlashandelaars een stoomketel voor hun zwingelarij.Het is dus mogelijk dat ook Joannes Benedictus in een zwingelarij werkte.Het was hoe dan ook zwaar en stofverwekkend werk.
 
 
 
In 1868 wordt ook begonnen met de bouw van een brug over de Leie die Lauwe zal verbinden met Wevelgem.Tot dan moest de veerdienst gebruikt worden om over te steken.Menen houdt nog tot in 1864 de bouw van een brug in Lauwe tegen.Als garnizoenstad heeft Menen de Leie altijd gebruikt als een natuurlijke grens.Ook de Wevelgemstraat die van de brug naar de Plaats van Lauwe zal leiden wordt aangelegd.Tussen 1868 en 1871 worden ook nog een stationsgebouw en goederenstation gebouwd.De bevolking van Lauwe groeit als gevolg daarvan aan in die periode.Tussen 1840 en 1867 kent Lauwe een bevolkingsgroei van 182 personen (1928 tot 2110).Tussen 1867 en 1900 groeit de bevolking aan tot 3834, een stijging van 1724.Joannes Benedictus is dus zeker niet de enige die wordt aangetrokken door Lauwe om er te gaan wonen en werken.
 
Hieronder: De eerste Leiebrug tussen Lauwe en Wevelgem.Eerste kaart gezien vanaf de oever in Lauwe en de tweede vanaf Wevelgem.
 
 
 
Hieronder: Joannes Benedictus Olieu laat zichzelf op 1 april 1869 officieel inschrijven in de gemeente.Hij woont dan al sedert 10 oktober 1868 in Lauwe.(Lauwe hulpregister aankomsten 1857-1880).Ook zijn schoonouders zijn mee verhuisd naar Lauwe.
 
 
 
Ze gaan na aankomst in het gehucht 'Lauwberg' wonen.De ouders van Theresia kunnen het na zolang in Gullegem gewoond te hebben niet gewoon worden in Lauwe, en keren al vlug terug naar Gullegem, waar ze terug in de Kwadestraat gaan wonen.Eustatius Vanlede overlijdt midden juni 1872 en Alexandrine Coucke in maart 1877 in het oudvrouwenhuis van Gullegem.
 
In de  geboorte- en overlijdensaktes van de kinderen begin jaren 1870 wordt vermeld dat Joannes Benedictus in het gehucht Lauwberg woont, in het afgezonderd huis nummer 10.In de overlijdenskate van dochter Pelagie in 1972 wordt vermeld: 'in de woonst harer ouders, gehucht Lauwberg, Preshoekstraat, afgezonderd huis, nummer tien'.
 
Hieronder: Op het Poppplan van rond 1860 zien we dat de Preshoekstraat nog voor het grootste deel onbebouwd is.
 
 
 
Het is een heel eind stappen voor Joannes Benedictus naar het gemeentehuis op de Plaats van Lauwe waar hij de geboortes van zijn kinderen moet aangeven.
 
Cyrillus Camillus is de eerste die Lauwe geboren wordt, op zaterdagnamiddag 29 januari 1870.Joannes Benedictus vertrekt op zondagmorgen vroeg naar de herberg 'Maison Communale' waar hij om 9 uur in de burelen links de geboorte aangeeft.Getuigen zijn  Petrus Delabarre die de herberg openhoudt en veldwachter Charles Louis Delporte.Joannes Benedictus zal er na de aangifte ongetwijfeld ook nog één of meer op drinken.
 
 
Hieronder:( Kaart verzonden in 1909) De Plaats in Lauwe rond 1905 - Rechts de herberg 'Maison Communale' die in 1818 gebouwd werd door brouwer Petrus Ignatius Demets.Hier gaat Joannes Benedictus de geboortes aangeven.Links  in de herberg was een ingang naar het postbureel.Dat was ook in het herberggebouw ondergebracht van 1894 tot 1919.Voor 1894 werd de post van Lauwe in het kantoor van Wevelgem gesorteerd.
 

 
De kaart wordt uitgegeven door Jean Francois Deltour in samenwerking met Phototypie Bertels in Brussel.Jean Francois wordt op 7 september 1887 in Lauwe geboren als Joannes Franciscus Joseph Deltour.Zijn vader Dionysius is bakker-winkelier.We zien zijn winkel links op de hoek van de Menenstraat (op de kaart verkeerd als Rekkemstraat vermeld).Aan de deur staan twee zussen van Jean Deltour.
 
Dionysius 'Denis' Deltour, geboren in Lauwe in juli 1839, huwt in 1867 met Victorine Vereecke.Haar vader Louis die afkomstig is van Izegem is bakker in de Menenstraat 1.Na hun huwelijk nemen Denis en Victorine de bakkerij over.Ze beginnen ook andere waren te verkopen.Denis handelt later ook nog in vlas en kolen.
 
Denis en Victorine krijgen tussen 1868 en 1887 twaalf kinderen.Twee ervan overlijden al op jonge leeftijd.Jean Francois geboren in 1887 is de jongste.Hij groeit op met 6 oudere broers en 3 zussen.Denis wil zoveel mogelijk van zijn kinderen, voor ze huwen, laten meewerken in de zaak,De meisjes kunnen helpen bij het huishouden en in de winkel en de zonen bij het bakken en de vlashandel.Omer, de oudste leert de stiel van bakker.Hij overlijdt echter in 1896, ongehuwd en pas 27.Constant die zijn vader helpt bij de vlashandel, is 3 jaar daarvoor overleden op 18-jarige leeftijd.
 
Jean Francois heeft echter een andere passie.Hij wil drukker worden.Rond de eeuwwisseling is men begonnen met het drukken en uitgeven van postkaarten.Vooral de zichtkaarten worden populair.Er worden miljoenen kaarten verzonden en verzameld in lijvige postkaartenalbums.Diverse landelijke postkaartuitgevers die zelf kaarten uitgeven van de grotere steden, werken in de kleine dorpjes samen met lokale winkeltjes en drukkers om zichten van de gemeente uit te geven.Ook Jean Francois wil kaarten van zijn eigen gemeente uitgeven.In 1905 is hij 18 en vraagt aan zijn vader Denis of hij ook een aantal postkaarten van Lauwe mag uitgeven.Denis is waarschijnlijk enthousiast over het voorstel van zijn jongste zoon.Het betekent ook nog eens extra reclame voor de winkel.Jean Francois brengt dan ook een reeks van een twaalftal postkaarten uit en dan nog in kleur.Op de kaart wordt vooraan zijn naam 'J. Deltour' vermeld.Op de achterzijde van de kaarten mag tot 1905 alleen het adres van de bestemmeling geschreven worden.(zie eerder in dit bericht de kaart met zicht op de Leie).
 
Hieronder: Uit dezelfde reeks : Het station van Lauwe - net als op alle andere postkaarten uit die periode is het opschrift in het frans.
 
 
Een paar jaar later geeft hij dus ook samen met de landelijke uitgever Henri Bertels een aantal kaarten uit.Denis Deltour blijft tot 1923 in de Menenstraat 1 wonen.Op 18 april 1921 zijn de enige twee kinderen die nog bij hem wonen gehuwd.Zijn dochter Laura huwt met Ferdinand Sarazijn, en vertrekt daarna naar Oostende waar haar oudere zuster Zoë ook al woont.Jean Francois huwt met Alice Henriette Vandercam geboren in Tamines in de provincie Namen.Ze is in juli 1920 in Lauwe komen wonen.Denis Deltour blijft nog twee jaar bij zijn zoon en schoondochter wonen en vertrekt daarna naar Oostende.
 
Jean Francois neemt dus uiteindelijk als jongste van twaalf kinderen de winkel over van zijn vader.Hij heeft al voor zijn huwelijk van de winkel een drukkerij gemaakt.(zie kaart hieronder rond 1920)
 
 
Jean Francois en Alice Vandercam krijgen in de Menenstraat 1 twee kinderen.In 1922 wordt Nelly Deltour geboren en drie jaar later Roger.Jean Francois overlijdt in 1947 en Alice Vandercam blijft daarna de winkel openhouden met haar kinderen.Ze overlijdt in september 1951.Roger wordt daarna beroepsmilitair en zo komt de winkel in handen van Nelly.Ze huwt op 7 juni 1956 met Noël Olieux.Ze blijven in de Menenstraat 1 wonen waar Nelly de winkel verder openhoudt. (later meer over Noël Olieux).
 
De kleindochter van Denis Deltour, die in 1870 bakker is op de hoek van de Menenstraat huwt dus met de achterkleinzoon van Joannes Benedictus Olieu, die op zondagmorgen 30 januari schuin aan de overkant van de winkel de geboorte van zijn zoon aangeeft.Een generatie verschil dus hoewel Denis 6 jaar later dan Joannes Benedictus wordt geboren.
 
In 1871 mag Joannes Benedictus opnieuw naar het gemeentehuis om de geboorte van zijn zoon Gustavus op 3 april aan te geven.Een jaar later moet hij met droeviger nieuws naar de Plaats van Lauwe.Zijn dochtertje Pelagie Octavie is overleden.Ze is bijna 6 geworden.
 
Hieronder: Pelagie Octvaie is overleden in het gehucht Lauwberg, Preshoekstraat, afgezonderd huis nummer 10.
 
 
 
Op 3 mei 1874 wordt Aloysius Olieux geboren.Na zijn geboorte verhuist Joannes Benedictus met zijn gezin naar de Schoonkeerstraat 9 in de Leiehoek.Daar wordt op 27 november 1876 Elodia Victorina geboren.Bijna een jaar later volgt nog Alphosus Petrus.Hij overlijdt op 13 januari 1879.
 
In 1880 bestaat het gezin van Joannes Benedictus en Theresia Vanlede uit:
-Paulina Coleta (16)
-Henri Ivo (13)
-Cyrillus Camillus (10)
-Gustavus (9)
-Aloysius (6)
-Elodia Victorina (4)
 
Paulina Coleta kan haar moeder al helpen bij het huishouden.De 4 zonen moeten al vanop jonge leeftijd samen met hun vader werken 'in het vlas'.Zwingelen wordt vooral in de herfst en winterperiode gedaan.Er zijn voor het zwingelen nog een aantal handelingen waar jongere kinderen kunnen bij helpen.(zie kaarten hieronder)
 

 
 
Vanaf midden jaren 80 krijgt het gezin met het extra geld dat de zonen nu verdienen wat beter.Op hun twintigste is er natuurlijk de kans op legerdienst.Of dit het geval is voor de zonen van Joannes Benedictus zien we in deel 2.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten