woensdag 16 maart 2016

Hof van Assisen Zeeland 1822

Nee het was niet voor moord.Voor diefstal kwam men in het eerste kwart van de 19de eeuw nog voor het hof van assisen.Er was hier ook sprake van bedelarij en bendevorming.
Lucia Olieux werd in 1802 in Eksaarde geboren.Ze was het 2de kind van Franciscus Olieux,die begin 1800 van Gullegem naar Eksaarde verhuisde en van Sophia Van Hecke in Eksaarde geboren.
Dat de pastoor in Eksaarde niet gewoon was een Olieux te dopen blijkt uit de geboorteakte.Hij had geen idee hoe de naam te schrijven en maakte er "Alue" van.
 
Vader Franciscus was gewone dagloner en tegen 1815 had het gezin 9 kinderen.Het was de tijd dat er veel bedelaarbendes op het platteland ronddwaalden op zoek naar wat voedsel. En dikwijls gingen deze bendes over tot diefstal.Het gerecht sprak in die tijd zware straffen uit op bedelarij en diefstal.
 
In 1822 verzeilde Lucia met zo'n bende al dan niet in bedelaars in Zeeland.Het gezelschap bestond uit:
Francis Verburg,22 geboren in Brugge en zonder vaste woonplaats.

Levinus Casemirius Ellegheer
,24 uit Eksaarde,in dienst bij het 4e bataljon artillerie in Antwerpen.
Louis Hebbelink,33 klompenmaker,geboren in Ekkergem (een wijk van Gent) en wonende in Brugge.
Louis Kwikke,19, wever en geboren in Brugge.
Jacobus Beekman,41 klompenmaker,geboren in Gent en woonachtig in Brugge.
Theresia Samaay ,25 arbeidster geboren en wonende in Brugge.
Lucia Olieux,21 arbeidster uit Eksaarde.
Pieternelle Munsters,24 arbeidster, geboren en wonende in Sluis.
Constantia De Prez,18 arbeidster, geboren in Mons en zonder vaste woonplaats.
Dit bonte gezelschap veschijnt voor het assisenhof van Middelburg, allen als bedelaars,op beschuldiging van  diefstal en medeplichtigheid.
 


Op 20 november wordt door de Kamer van Beschuldiging van het Hoog Gerechtshof in 's Gravenhage een akte van beschuldiging opgemaakt tegen de 9 bovenvernoemde personen.
Ze worden beschuldigd  van:
 
-Francis Verburg:en Levinus Ellegheer: diefstal door meer dan één persoon en door middel van inwendige braak in de aanhorigheid van een bewoond huis.
-Louis Hebbelink en Louis Kwikke: medeplichtigheid aan deze diefstal, door opzettelijk behulpzaam te zijn geweest en zo diefstal gemakkelijker te hebben gemaakt, en verder voor heling van de gestolen goederen
-Jacobus Beekman, Theresia Samaay, Lucia Olieux, Pieternelle Munsters en Constantia Deprez: medeplichtigheid aan de diefstal voor heling en verbergen van de gestolen goederen.

 

 
 
Op dinsdag 3 december verschijnen ze voor het Hof van Asssisen in Middelburg voor hun proces.
De straffen die de procureur eist zijn niet mals.Hij vraagt dat alle beschuldigen worden veroordeeld, dat ze door de scherprechter op het schavot worden vastgebonden aan een paal om daarna gegeseld te worden en gebrandmerkt op de rechterschouder met de letter T (van tuchthuisstraf) Dat ze daarna worden opgesloten in een Tucht- of  Rasphuis voor ten mintste 5 jaar en ten hoogste 15 jaar, waar ze moeten werken om hun kost te verdienen.Verder dat ze veroordeeld worden tot het betalen van de proceskosten en dat het vonnis wordt gedrukt en daarna in de verschillende gemeentes afkomstig zijn wordt uitgehangen.
 
 
 
Na onderzoek en het horen van hun verdediging wordt Jacobus Beekman vrijgesproken.De anderen worden schuldig bevonden aan de hun ten laste gelegde feiten.
De 4 vrouwen waaronder dus Lucia Olieux mogen volgens art.12 van het Wetboek van Strafrecht uit
1813 rekenen op verzachtende omstandigheden.

Daarna worden de straffen uitgesproken
-Francis Verburg en Livinus Casemirius Ellegheer zullen op het schavot aan een paal worden vastgebonden en met roeden gegeseld door de scherprechter.Daarna worden ze voor 8 jaar opgesloten in een tucht-of rasphuis.
-Louis Hebbelink en Louis Kwikke zullen voor één uur tentoongesteld worden op het schavot, met op hun borst een papier waarop hun misdaad wordt geschreven.Daarrna worden ze voor 7 jaar opgesloten.
-Theresia Samaay wordt 2 jaar opgesloten, Pieternelle Munsters en Constnatia De Prez voor 18 maanden, en tenslotte Lucia Olieux voor de periode van 1 jaar
-Samen worden ze tot alle kosten van het proces veroordeeld, de gestolen goederen worden teruggegeven aan de eigenaar, en het vonnis zal in de diverse gemeenten worden uitgehangen.
 
 
 
Lucia krijgt dus uiteindelijke de lichtste straf.Het hof heeft dus geoordeeld dat er voor haar verzachtende omstandigheden waren, en dat ze zich heeft laten misleiden.
 
Drie dagen later op vrijdag 9 december 1822 worden Franis Verburg en Livinus Ellegheer voor het stadhuis van Middelburg op het schavot aan een paal gebonden en gegeseld.Louis Hebbelink en Louis Kwikke worden een uur tentoongesteld met een papier met hun misdaad erop op hun borst.
De griffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg  is vanaf de eerste verdieping van het stadhuis getuige van de uitvoering van de straf.
 
Een Rasphuis was een gevangenis waar alleen mannen zaten en waar zij hout moesten raspen.Later werden er baal en -zeildoeken gemaakt maar de naam Rasphuis bleef gebruikt worden.Vrouwen werden dikwijls opgesloten in een Spinhuis waar zij moesten spinnen en naaien.
 
Het Stadhuis van Middelburg eind jaren 1700
 
Na haar straf uitgezeten te hebben keert Lucia terug naar Eksaarde.Ze huwt op 11 mei 1831 op 29 jarige leeftijd met Dominicus De Smet in Sint-Kruis-Winkel.Ze gaan in Eksaarde wonen en krijgen er 3 kinderen.Ze overlijdt er ook op 14 juni 1873.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten