donderdag 31 januari 2019

Achille Olieu grenadier in de Eerste Wereldoorlog deel 2

Deel 1 : Achille Olieu grenadier in de Eerste Wereldoorlog deel 1
Foto's en meer over Achille Olieu en zijn ouders: Bakkers in Brussel


 12. Sector Nieuwkapelle 


Op 3 mei 1917 begeven de Grenadiers zich voor de tweede keer naar de sector van Nieuwkapelle-Sint-Jacobskapelle. Ze kennen de sector goed. In 1916 hebben ze er bijna het hele jaar doorgebracht. Ze moeten nu in periodes van 12 dagen in reserve staan voor ondersteuning van de 6e divisie waartoe ze behoren of voor het leger in het algemeen. Daarna doen ze 12 dagen dienst in de eerste linie, waar de twee regimenten beurtelings in een shift van 6 dagen de noordelijke of zuidelijke sector zullen bezetten.

Van 4 tot 6 mei staan ze in reserve voor het leger. Het bataljon van Achille Olieu wordt gekantonneerd in Gijverinkhove, een tiental km ten zuidwesten van Nieuwkapelle. 


Op 16 mei gaat het bataljon post vatten aan de Lobrug in de Zavelhoek, ten westen van Lo, waar ze in reserve blijven voor de 6e legerdivisie. 


Hieronder: Map mei 1917 en postkaart van Lobrug rond 1910



Op 28 mei bezetten de grenadiers voor de eerste keer de eerste linie. Het 2e regiment met Achille neemt plaats in de noordelijke sector, twee bataljons in de eerste linie en één op piket in Kousseboom. In de zuidelijke sector bezet 1 bataljon de 1e linie, de andere blijven in piket in de Kruisstraat in Lo en in reserve in Legebeek. Na 6 dagen wisselen de twee regimenten van sector.

Hieronder: De Grenadiers in eerste linie bezetten de loopgrachten rond Nieuwkapelle. De eerste linie bevindt zich aan de oever van de Ijzer. Aan de andere kant van de Ijzer is een groot deel overstroomd. Boven Luigem en Drie Grachten is zo een schiereiland ontstaan, waar de Duitsers bunkers hebben gebouwd en loopgrachten hebben gegraven. Daarnaast hebben ze er ook een aantal tuintjes aangelegd.



Op 9 juni gaat het bataljon van Achille in reserve voor het leger in Leisele, en op 21 juni in reserve voor de divisie in Lo. Op 3 juli volgt een nieuwe shift van 12 dagen in de eerste linie, met een wissel van sector na 6 dagen. Vanaf begin juli worden de bombardementen door de Duitsers heviger. Op 8 juli worden 7500 projectielen afgevuurd.

Op 15 juli lost het 4e regiment Karabiniers het regiment van Achille af in de eerste linie. De Grenadiers blijven de volgende 12 dagen in reserve voor het leger en de 12 dagen erna voor de divisie. Ze verblijven in de regio Weegschede , Gijverinkhove, Hoogstade, Pollinkhove.



Op 8 augustus gaat het voor een derde keer naar de eerste linie. Achille bezet met het 2e regiment de eerste zes dagen de noordelijke sector en vanaf 14 augustus de zuidelijke. Op 20 augustus volgt een rustperiode in en rond Pollinkhove.

Vanaf begin september nemen de beschietingen door de Duitsers nog toe. Vooral de sector tussen Lo, Nieuwkapelle en Hazewind wordt geviseerd.

Op 12 september loopt de rustperiode af en op 13 september bezet het 2e regiment opnieuw de noordelijke sector van de eerste linie. Twee dagen later vuren de Duitsers 600 zware projectielen af op de loopgrachten waar het 2e regiment zich bevindt. Gedurende deze bombardementen kunnen de grenadiers beschutting zoeken in betonnen schuilplaatsen achter de IJzerdijk. De schade aan de loopgraven is na een bombardement door vliegtuigen en beschieting door de Duitse artillerie enorm en ze moeten telkens opnieuw hersteld worden. Op 25 september worden de grenadiers afgelost door de karabiniers en gaan 12 dagen in reserve rond Hoogstade en Gijverinkhove.

Op 7 oktober gaat het een vierde keer naar de eerste linie, waar het regiment van Achille zoals gewoonlijk eerst plaats neemt in de noordelijke sector. De 15e oktober worden de loopgrachten opnieuw verwoest na een bombardement van 3000 bommen en 500 obussen. De laatste nacht voor ze worden afgelost vuren de Duitsers tussen middernacht en één uur nog 100 obussen af. De 19e volgt de aflossing door de karabiniers. De Grenadiers gaan op kantonnement in Pollinkhove en Hoogstade.

Op 27 oktober rukt het Eerste Franse leger vanaf het westen van het bos van Houthulst op en verovert Verbrande Smis, Ashoop en Merkem. Daarna rukken de Fransen op naar de Grootvader hoeve, 400 meter ten noorden van De Kippe en kunnen met behulp van het 2e bataljon Belgische Karbiniers Luigem innemen dat door de overstromingen links en rechts een schiereiland is geworden.


  


Hieronder: Britse map oktober 1917. Luigem is door de overstromingen links en rechts een schiereiland geworden.


Hieronder: De desolaatheid van de streek van Luigem tot Vijfhuizen en de overstroomde Blanckaert in het noorden en oosten, met modder, loopgrachten, afval, kraters en achtergelaten lijken.






Begin november wordt beslist dat de 6e legerdivisie nu ook ten oosten van de IJzer de sector tussen Fort Knokke en Vijfhuizen op het schiereiland van Luigem moeten bezetten. De Grenadiers krijgen opdracht om vanaf 11 november de eerste linie terug te bemannen.





Het 2e regiment Grenadiers moet vanaf 11 november de zuidelijke sector bezetten voor 12 dagen. Er zal niet van sector gewisseld worden met het andere regiment zoals de vorige keren. Het bataljon van Achille moet als eerste de linie aan de overkant van de Ijzer in de sector van Vijfhuizen voor zijn rekening nemen. 

Op 11 november steekt Achille met zijn bataljon ter hoogte van Fort Knokke, aan de samenvloeiing van de Ijzer en de Ieperlee via de loopbruggen en daarna met een bootje het water over naar het schiereiland van Luigem. 

Hieronder: Fort Knokke werd tussen 1584 en 1591 gebouwd door de Spanjaarden. Het werd in 1781 op bevel van Keizer Joseph II afgebroken.



Bij hun aankomst in de eerste linie barst een bombardement met gasobussen los. Achille wordt bij de ontploffing van een obus geraakt en loopt een zware open wonde aan de rechterknie op. Hij wordt afgevoerd en de dag erna opgenomen in het militair ziekenhuis van Beveren-aan-de-Ijzer.



Hieronder: Attest voor de commandant van het 2e regiment dat Achille op 12 december werd binnengebracht in het militair hospitaal van Beveren-aan-de-Ijzer. Ondertekend door dokter-chirurg Paul Derache.


Hieronder: Ingang van het militair hospitaal in Beveren-aan-de-Ijzer


Er wordt eind 1916 gestart met de bouw en inrichting van een nieuw militair hospitaal in Beveren-aan-de-Ijzer. Dokter Paul Derache krijgt de opdracht het ziekenhuis te ontwerpen. Hij zorgt voor een modern ziekenhuis met plaats voor 520 patienten. Het wordt gebouwd aan de Kruisstraat en opent op 12 maart 1916.

Hieronder: De paviljoenen en ziekenzaal in één van de paviljoenen.





Dat Achille verwond is aan de knie is zeker, maar er bestaat nog enige verwarring hoe dat juist is gebeurd. Op 16 november zendt dokter Derache een een nota naar de commandant van het 2e regiment van de Grenadiers. Hij laat weten dat het gewricht van de rechterknie van Achille ontstoken is als gevolg van de open wonde. Achille bevestigt dat hij zich op een loopbrug bevond en bij de ontploffing van een obus viel, waarna hij merkte dat hij gewond was aan de rechterknie. maar hij kan niet met zekerheid zeggen of hij door een stuk van de obus werd verwond of door een nagel van de loopbrug waarop hij gevallen is.


Hieronder: Paul Derache, directeur en chirurg van en in het militair hospitaal van Beveren-aan-de-Ijzer die Achille persoonlijk behandelt.



Op 16 november krijgt Achille het Oorlogskruis voor zijn toewijding en moed die hij heeft betoond tijdens zijn lange aanwezigheid aan het front. Dut wordt vermeld in het Dagorder van het Leger van 17 november.




Op 19 december wordt hij voorgedragen voor een aanvullende eervolle onderscheiding.


De commandant van de 3e compagnie, de aanvoerder van het 1e bataljon,  de bevelhebber van het korps, en de commandant van de 16e Brigade moeten de aanbeveling ondersteunen of afkeuren en commentaar geven. Uit de commentaren van zijn oversten blijkt dat Achille zich niet heeft "weggestoken' en gevaarlijke opdrachten niet uit de weg gaat.

Kapitein Brulé, commandant van de 3e compagnie:

"Zeer aanbevolen.
Hulponderluitenant Achille Olieu, vrijwilliger vanaf het begin van de vijandelijkheden, altijd aanwezig aan het front, is een zeer waardevolle officier, met een totale toewijding en uitzonderlijk moedig. Heeft zich altijd spontaan aangeboden voor de meest gevaarlijke missies. Werd zopas verwond in de loopgraven tijdens een bombardement met gasobussen."

Majoor Delbrassinne is pas sedert 8 november aanvoerder van het eerste bataljon. Hij schrijft:

"Ten zeerste aanbevolen.
De inlichtingen die me werden verstrekt door mijn voorganger die het bataljon aanvoerde stellen deze officier voor als een elite persoon"



Op 26 november krijgt Achille de medaille van 'Chevalier de l' Ordre de la Couronne' met palm.



De palmtak werd toegevoegd wanneer een soldaat vermeld werd in het dagorder van het leger vanwege zijn moed. 



Op 25 december mag Achille het ziekenhuis verlaten. Hij krijgt een maand extra (zieken)verlof en mag dat doorbrengen in Marseille. 

Hieronder: Het is ook in Marseille winter en het sneeuwt er zelfs in december, maar ondanks het kille weer zal een maand verlof welgekomen zijn voor Achille die nu bijna drie en een half jaar geleden als vrijwilliger dienst nam. (Kerk Notre Dame du Mont aan de Place Notre Dame du Mont)


Nadat Achille op 11 november wordt afgevoerd naar het militair ziekenhuis blijft het de komende dagen kalm op het schiereiland van Luigem. In de avond van 17 november wordt het 2e regiment grenadiers afgelost en mag de sector verlaten.

Het 1e regiment grenadiers heeft het in de eerste linie in de noordelijke sector van Nieuwkapelle heel wat lastiger gehad. Ze worden vanaf 11 november gebombardeerd. Op 15 november, Koningsdag, verhevigen de bombardementen nog. Ze overtreffen zelfs wat de grenadiers al meegemaakt hebben tijden het gevecht om de Ijzer en in Steenstrate. Vanaf 15.30 op 16 november tot 17 uur de dag erna vuren de Duitsers tijdens vijf opeenvolgende bombardementen meer dan 10.000 projectielen af op de noordelijke sector rond Nieuwkapelle. De Grenadiers tellen 11 doden en 37 gewonden. Op 18 november worden vanaf 13 uur opnieuw 460 obussen afgevuurd. Op 19 november mogen de grenadiers de eerste linie verlaten en kantonneren in de streek van Lo. De 2 regimenten werken in december vooral aan de verdediging van de sector. Het oorlogsgeweld is in december ook heel wat minder dan de twee vorige maanden.

Op 20 november, vijf dagen voor Achille vertrekt naar Marseille, verlaten de Grenadiers de sector en krijgen een rustperiode in de regio Hondschote-Houtem. De periode tussen 3 mei en 20 november heeft de Grenadiers 35 doden en 155 gewonden gekost, waaronder ook Achille. 



Het bataljon van Achille brengt zijn rustperiode door in Hondschote, net over de Frans-Belgische grens. Ze verblijven daar nog wanneer Achille op 27 januari 1918 terugkomt van Marseille en in Hondschote van de trein stapt.



13. Sector Nieuwpoort - Sint-Joris


Eind januari 1918 volgt er een nieuwe reorganisatie van het Belgische veldleger. De infanterie van de 6e legerdivsie wordt nu ondergedeeld in twee divisies, de 6e en 12e. De infanterie van de 12e divisie bestaat uit de twee regimenten van de Grenadiers en het 4e regiment van de Karabiniers. Er wordt beslist dat de Grenadiers na een kort verblijf in De Panne de sector van Nieuwpoort zullen bezetten.

Op 3 februari komen de Grenadiers toe in de regio van De Panne. Het 1e regiment telt nu 47 officieren en 1667 soldaten en het 2e 54 officieren en 1652 andere manschappen. Het bataljon van Achille gaat in De Panne zelf op kantonnement. Tussen 7 en 10 februari moeten ze in de sector Nieuwpoort de 133e infanteriedivisie van het Franse leger aflossen. 

De sector Nieuwpoort wordt aan Duitse kant sedert eind november 1914 bezet door het marinekorps. De soldaten van dit korps worden aanzien als de meest solide, vechtlustige van het Duitse leger. De sector wordt daarom beschouwd als één van de moeilijkste en moorddadigste. Er worden voortdurend giftige obussen afgevuurd en iedere Grenadier krijgt twee gasmaskers ter beschikking. 

Hieronder: Veel Belgische soldaten kregen in 1918 een M18 gasmasker. Duizenden gasmaskers werden buitgemaakt bij de Duitsers en daarna in Engeland met neiuwe onderdelen aangepast voor de Belgische soldaten.



De 12e divisie krijgt opdracht om vanaf 8 februari tot 17 maart de eerste linie in  de sector Nieuwpoort te bezetten en bewaken. Vervolgens gaat het weer naar de tweede linie tot 22 april. Daarnaterug naar de eerste linie tot 17 mei, en tenslotte  tot 3 juni terug naar de tweede linie. Daarna is gepland dat ze teruggaan naar de sector Brielen.

Vanaf 7 februari nemen de Grenadiers hun nieuwe plaats in aan het front. Het bataljon van Achille verlaat op 9 februari De Panne en begeeft zich naar het kamp van Malmaison, ten noordwesten van Oostduinkerke-Dorp, waar ze in halve-rust zullen blijven tot de 15e. De 3 bataljons gaan om de 6 dagen wisselen. Eén bataljon in het kamp van Malmaison, één in de sector Nieuwpoort-Stad en één in de eerste linie in Sint-Joris. 



In de sector Sint-Joris situeert de meeste activiteit zich op het moerassige terrein in de polder van Nieuwendamme tussen het kanaal van Plassendale en de Kruisdijk. In deze polder loopt de kreek van Nieuwendamme, een oude arm van de Ijzer. Over de Kruisdijk in het oosten is het land nog doordrenkt of overstroomd. Er zijn alleen een paar ruines van boerderijen zoals De Rode Poort terug te vinden. 



1: Kanaal van Plassendale  - Verbinding tussen het kanaal Brugge-Oostende en de Ijzer (1640-21km)
2: Kreek van Nieuwendamme - Oude arm van de Ijzer (rechttrekking Ijzer 1643)
3. Kruisdijk
4: De Ijzer aangelegd in 1643
5: Rode Poort hoeve
6: Duitse loopgrachten

Vooral het Briqueteriefront tussen het kanaal en de kreek van Nieuwendamme wordt dagelijks hevig gebombardeerd. Er hangt voortdurend een dikke rookwolk, waarin de grenadiers de loopgrachten moeten bezetten. Het is ook oppassen voor gasobussen, die onverwachts tussen gewone obussen worden afgevuurd. Vooral 's nachts zijn er in die omgeving schermutselingen tussen patroeljes van de grenadiers en Duitse troepen

Hieronder: Briqueteriefront tussen het kanaal van Plassendale en de kreek van Nieuwendamme. Iets verderop bevonden zich de Duitse loopgraven.



Het Briqueteriefront wordt dagelijks gebombardeerd en er hangt voortdurend een dikke rookwolk, waarin de grenadiers de loopgrachten moeten bezetten. Het is ook de hele tijd oppassen voor gasobussen, die onverwachts tussen gewone obussen worden afgevuurd. Na aanvallen op 2, 6 en 8 maart geeft de commandant van de 12e legerdivisie opdracht om in de nacht van 8 op 9 maart een aantal tegenaanvallen uit te voeren. De belangrijkste is de aanval op loopgracht 1800. Die wordt minutieus voorbereid.

Hieronder: Loopgracht 1800, de eerste loopgracht die de Duitsers bezetten na Fortin St. Bernard (x) - Vooruitgeschoven post Duisters (y)


De operatie wordt geleid door luitenant Borlée. Een 75 tal grenadiers van het 2e regiment en een tiental manschappen van de 6e Genie zal deelnemen aan de aanval. Het tijdstip wordt vastgesteld op 4 uur s' nachts. De grenadiers zullen aanvallen in drie rijen. De eerste op de weg  ten zuiden van het kanaal van Plassendale, met een patrouille links van hen langs de oever van het kanaal. De tweede rij zal oprukken in het midden tussen het kanaal en de kreek van Nieuwendamme en de derde langs de oever van de kreek. De hele operatie mag niet meer dan 10 minuten in beslag nemen. 

Achille Olieu leidt de linkerkolonne ten zuiden van het kanaal. Om 3.45 zijn de grenadiers begonnen met vernietigingsvuur. Op dat moment trekt Achille met zijn kolonne naar voor. Ze worden onder vuur genomen vanaf de overkant van het kanaal en vuren terug waarop de Duitsers het vuur staken. De eerste opdracht is de vooruitgeschoven post van de Duitsers,ongeveer 180 meter voor loopgracht 1800 in te nemen. Achille maakt van de verwarring bij het vuren gebruik door deze kleine post alleen aan te vallen. Hij gooit een aantal granaten en kan met een revolver de onderofficier die de vooruitgescheven post leidt treffen. Hij neemt hem en drie Duitse soldaten gevangen, die worden afgevoerd. Met de rest van zijn manschappen valt hij  daarna het noordelijk deel van loopgracht 1800 aan.   

In de schuilplaats van de officieren vlak na de loopgracht 1800 treffen ze niemand aan. In de tweede grote schuilplaats van de gewone troepen worden een aantal Duitsers gedood en 9 gevangen genomen. In een aantal kleinere schuilplaatsen kunnen ze nog een paar Duitsers doden of overmeesteren. Eén schuilplaats met mitrailleusses treffen ze verpletterd door de eerder afgeschoten obussen aan. 

Ook de twee andere kolonnes kunnen de Duitsers verrassen, en wanneer om 4.25 commandat Borlée een vuurpijl afschiet als teken dat de grenadiers zich mogen terugtrekken laten ze ongeveer 30 gedode Duitsers in de loopgrachten achter. De kolonne van Achille keert langs post 6 terug. 

Het aantal gevangenen bedraagt uiteindelijk 22, waarvan het grooste aantal door Achille en zijn kolonne werden overmeesterd. Ze behoren samen met de 30 gedode Duitsers allemaal tot het 77e Infanterieregiment van de Landwehr. 

In zijn dagorder dat kolonel Donies richt tot zijn 2e regiment Grenadiers vermeldt hij dat hij trots is op de uitvoerders van deze 'stoutmoedige' aanslag. Hij noemt ook Achille bij naam



Ook luitenant-commandant Borlée is tevreden. Hij schrijft in zijn rapport:



Hieronder: Locatie loopgracht 1800 nu langs de N358 en het kanaal van Plassendale.





Op 9 maart wordt de 12e Legerdivisie ingelicht over een nakende aanval van de Duitsers over het complete westelijke front. Ook de grenadiers moeten zich onmiddellijk voorbereiden en alle wapens, gasmaskers en andere benodigdheden worden gecontroleerd. Iedereen staat paraat. In de nacht van 10 op 11 maart verklaren vijf  Duitse overlopers, behorend tot de Stosstruppen van het 77e infanterieregiment van de Landwerhr dat de Duitsers een aanval plannen op de Belgische posten langs het front van Nieuwendamme.

Dit bevestigt wat een Poolse soldaat van het 77e regiment op 9 maart heeft verklaard nadat hij bij de aanval op loopgracht 1800 werd gevangen genomen. Er wordt daarom een tegenaanval voorbereid om de Duitsers voor te zijn. Volgens de inlichtingen plannen de Duitsers hun aanval op 12 maart , bij zonsopgang of 's avonds. Zeshonderd man zullen er aan deelnemen. De Belgische tegenaanval wordt daarom vastgelegd om 4 uur 's nachts op 12 maart. Doel is de loopgrachten 1800 en 2000 'schoon te vegen'. 



Om 3.45 zal de artillerie starten met een beschieting van de 2 loopgrachten en de gangen erachter. Compagnieën 2 en 3 van het 1e bataljon van het 2e regiment Grenadiers gaan de aanval uitvoeren. Kapitein-commandant Rosomme heeft samen met zijn 3 luitenanten Achille Olieu, Braibant en Cremer de leiding over de 3e compagnie. Deze compagnie moet de linkerkant van de loopgrachten aanvallen. De mannen worden in 3 golven opgesteld. De officieren trekken vooraan de kolonnes op met de manschappen die hebben deelgenomen aan de aanval een paar dagen voordien. Ze hebben zich allemaal spontaan aangeboden om deze missie uit te voeren. 

De eerste golf met Achille Olieu moet zo vlug mogelijk doordringen tot aan loopgracht 2000. De tweede kolonne moet loopgracht 1800 bezetten en de derde tussen de twee loopgrachten zich ter beschikking houden van de eerste kolonne. 

Wanneer de manschappen om 4 uur de aanval inzetten starten de Duitsers onmiddellijk met een bombardement van het terrein voor loopgracht 1800 tot aan het Briqueteriefront. Ondanks dit spervuur van allerhande projectielen die heel wat slachtoffers maakt onder de grenadiers rukken ze verder op. Aan de vooruitgeschoven post van loopgracht 1800 worden ze vanuit een krater bestoot door een mitrailleuse. Vooral de linkerkant van de kolonne wordt erdoor getroffen. De rechterkant, kan verder oprukken en loopgracht 1800 bereiken en innemen. Ze doden of verwonden de Duitsers die tegenstand bieden en kunnen via de aansluitende gang de vooruitgeschoven officierspost bereiken en de mitrailleuse onschadelijk maken.

De linkerkant van de kolonne probeert ondertussen terug verder op te rukken maar wordt nu vanaf de overkant van het kanaal bestookt door een viertal mitrailleuses. De verliezen lopen op en de grenadiers moeten halt houden. Aan loopgracht 1800 krijgen de grenadiers ondertussen te maken met mitrailleusegeschut vanuit loopgracht 2000 en aan de rechterkant vanuit loopgracht 14 aan de overkant van de kreek van Nieuwendamme, waar een 30-tal Duitsers zich ophouden. De 4 Belgische mitrailleuses die voorzien waren om vanaf 4 uur loopgracht 14 te bestoken zijn door het bombardement van de Duitsers vernietigd. 

Ondanks de beschietingen proberen de grenadiers verder op te rukken tot loopgracht 2000. Ze worden vanuit die loopgracht hevig beschoten en moeten zich terugtrekken naar loopgracht 1800. Daar worden ze onthaald op een enorm spervuur vanuit loopgracht 14 en ze moeten zich in obuskraters werpen om te overleven. 

Hieronder: loopgrachten 1800-2000- 14. De grenadiers worden beschoten links vanaf de overkant van het kanaal, rechts vanuit loopgracht 14 en voor hen uit vanuit loopgracht 2000. 



Het terrein tot aan de Briqueterie is ondertussen bezaaid met doden en gekwetsten. Achille Olieu blijft ongedeerd. Zijn compagnie wordt hevig getroffen en telt uiteindelijk 14 doden, 24 gekwetsten en 5 vermisten. Ook aanvoeder Rossomme is gewond.



Door deze aanval hebben de grenadiers de geplande Duitse aanval voorkomen. Generaal-Majoor Lotz aanvoerder van de 6e Legerdivisie schrijft in het dagrapport van de divisie:

'Door inlichtingen die we gisteren in de loop van de dag ontvingen vernamen we dat een vijandelijke aanval deze ochtend zou worden uitgevoerd. Deze militaire operatie, uitgevoerd door een bataljon vijandelijke stormtroepen, had tot doel ten allen prijze een deel van onze posities te veroveren en te behouden.
Gewaarschuwd over deze vijandelijke maatregelen, hebben onze troepen stoutmoedig dit project voorkomen en de geplande aanval in de kiem gesmoord.
De 2e en 3e compagnieën van het 2e regiment Grenadiers, bijgestaan door een detachement van het 1e bataljon van het 6e Genieregiment, vielen de vijandelijke posities aan met een moed, waaraan ik, ontroerd door mijn bewondering, hulde wil brengen. Zich een weg banend door een ongekend stevig spervuur, hielden onze troepen de geplande vijandelijke aanval tegen.
Onze ondersteuningscompagnieën, die door vijandelijk geschut werden bestookt, bleven stoicijns op hun posities, en gaven blijk van hun totale minachting voor het gevaar en van hun plichtsbewustheid.'

Op 26 maart wordt Achille opnieuw voorgedragen voor een eervolle onderscheiding voor zijn gedrag gedurende de raids van 9 maart en in de nacht van 11 op 12 maart.



Deze aantekening over Achille wordt voorgesteld:


'Bijzonder dapper en energiek, heeft hij tijdens de raid van 9 maart zijn mannen in de vijandelijke Duitse loopgracht geleid, met de uitroep 'Leve de Koning". Heeft eigenhandig 12 gevangenen gemaakt en 4 vijanden gedood. Heeft in de nacht van 11 op 12 maart deelgenomen aan de aanval op een hevig verdedigde positie, met een indrukwekkend gezag over zijn mannen, ondanks de intensiteit van het spervuur van de vijandelijke artillerie en mitrailleuses'

Kapitein Rossomme commandant van de 3e compagnie, zelf licht gekwetst bij de aanval in de nacht van 11 op 12 maart schrijft dat Achille de 9e maart 16 gevangenen heeft gemaakt.


Achille wordt beloond met de Leopoldsorde (met palm), de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheiding. - Hieronder: Uit De Legerbode 16 juli 1918





De Grenadiers blijven na de aanval op hun hoede maar het blijft relatief rustig. Een paar dagen later worden ze in de eerste linie afgelost. Op 17 maart wordt het bataljon van Achille in de sector van Nieuwpoort-Stad afgelost en vertrekt naar het kamp Jean-Bart aan de Robert Vandammelaan in Koksijde. Het regiment van de 2e grenadiers moet vanaf de 17e de kuststrook bewaken.


Op 21 maart 1918 beginnen de Duitsers met een lenteoffensief aan het Westelijk front. Op 20 april lost het bataljon van Achille het tweede bataljon van het 3e regiment karabiniers af in het kamp van Malmaison en twee dagen later begeven ze zich zich naar de sector van Nieuwpoort-Bad. In tegenstelling tot hun positie in maart zijn ze nu weer gescheiden van de Duitsers door de Ijzer. Ze raken dus niet voortdurend verwikkeld in schermutselingen. Ze worden wel regelmatig beschoten en gebombardeerd vanaf de overkant van het kanaal. 

Op 8 april wordt Achille vernoemd in het dagrapport van het 36e Franse legerkorps.




Op 24 april schrijft Achille een brief naar de Minister van Oorlog met een aanvraag om opgenomen te worden in het reservekader.


Alsof daar nog twijfel over zou bestaan moet Achille ook nog eens bevestigen dat hij wel degelijk de Belgische nationaliteit heeft.


Op 30 april dient kolonel Donies een voorstel in om Achille met de graad van onderluitenant in de infanterie in het reservekader op te nemen.



De adviezen van zijn oversten zijn weer positief en lovend. Hieronder de commentaren van compagniecommandant Rossomme en bataljonoverste Delbrassine.


De korpschef en divisiecommandant beamen deze commentaren.


Achille krijgt ook een test over zijn kennis van de Vlaamse taal. Hij is in Brussel grotendeels franstalig opgevoed, maar zijn ouders afkomstig van Harelbeke en Meise zijn Vlamingen en zo heeft Achille ook Vlaams leren spreken.


Zijn kennis van het Vlaams maakt hem ongetwijfeld populair bij de manschappen die hij leidt. Vele franstalige officieren kennen geen woord Vlaams en dat leidt voortdurend tot een gebrekkige communicatie met de vele Vlaamse soldaten Om kans te hebben op promotie moet je het Frans machtig  zijn. De legerleiding beseft waarschijnlijk wel dat hun officieren beter de twee landstalen zou spreken, maar de franstalige officieren zijn grotendeels ééntalig opgevoed. Zijn tweetalige opvoeding is dus ideaal voor Achille en het maakt hem zowel bij zijn oversten als de soldaten die hij aanvoert geliefd.

Ondertussen gaat het bataljon van Achille op 26 april in reserve in het kamp van Bagdad. De drie bataljons wisselen elkaar om de 4 dagen af in Nieuwpoort-Bad, de kuststrook en het kamp van Bagdad. Ze blijven tot 2 juni de kuststrook bewaken en in tweede linie werken uitvoeren. 


14. Sector Brielen


In de nacht van 2 op 3 juni neemt het 2e regiment de trein van  Oosthoek in Adinkerke  naar 'Le Lion Belge' in Kruisdoorn. Van daaruit gaat het te voet naar de kantonnementen die de 108e Britse Brigade betrekt in de streek tussen De Wippe, ten zuidwesten van Woesten en Vlamertinge. Tenslotte trekken ze in de nacht van 4 of 5 juni naar Sint-Jan in de sector Brielen.


De sector Brielen bevindt zich aan de linker- en rechterkant van de Ijzer. In het oosten in de eerste linie strekt het front zich uit vanaf de Bellewaardebeek, iets ten noordoosten van het kasteel van Potijze, langs het oosten van het gehucht Wieltje, de heuvelkam Mouse Trap, de Oblong en de Racecourse hoeves.


De 3 bataljons van het 2e regiment wisselen elkaar af, één in de eerste linie te oosten van de Ijzer, één aan het kanaal en het derde op rust ten westen van de Ijzer. Achille mag op 8 juni met het eerste bataljon eerst op rust. Het verblijf van de grenadiers in de sector is echter van korte duur, want op 16 juni krijgt de 12 divisie infanterie opdracht terug te keren naar de kust. Het bataljon van Achille wordt in de nacht van 19 op 20 juni afgelost. Ondanks de korte periode in de sector van Brielen telt het 2e regiment grenadiers na afloop toch 7 doden en 18 gekwetsten. 


15. Terug naar Sector Nieuwpoort en in reserve


Op 22 juni gaat Achille met zijn regiment op kantonnement in De Panne. Ze krijgen daar opdracht de Polder ten westen en noorden van Nieuwpoort tot aan Lombardsijde te bezetten en bewaken. De bataljons wisselen elkaar weer om de 4 dagen af. Ook het verblijf in deze sector is kort. Op 27 juli krijgt de 12e divisie infanterie bericht dat ze binnenkort worden afgelost door de 11e divisie, waarna ze in reserve gaan in de streek van Roesbrugge. Daarna gaat het terug naar de frontsector van Brielen die ze iets meer dan een maand voordien hebben verlaten. 

Op 4 en 5 augustus vertrekken de grenadiers met de trein vanuit Adinkerke en Koksijde. 

Hieronder: Het station van Adinkerke voor de Eerste Wereldoorlog


Het bataljon van Achille gaat op kantonnement in het kamp York bij de Sint-Sixtus abdij van de Trappisten in Westvleteren. Vanaf het begin van de oorlog zoeken heel wat vluchtelingen onderdak in de abdij. Er verblijven ook al vlug Belgische, Franse en Engelse soldaten. Tegen eind 1914 zijn dat er een 500-tal. Vanaf juni 1915 wordt Engels de voertaal in de abdij. De Engelsen bouwen in het bos rond de abdij houten barakken en huisjes. Achille kan er met zijn bataljon gebruik van maken. Begin augustus telt het 1e bataljon samen met de officieren een 600 tal manschappen.


Op 9 augustus trekken de grenadiers nog verder achteruit naar het westen, bijna tot aan de Franse grens. Van het 2e regiment blijft alleen het bataljon van Achille in een vooruitgeschoven positie in het kamp van Patworth in Krombeke. 


16. Terug naar Sector Brielen


Op 16 augustus vertrekken de Grenadiers opnieuw naar de sector Brielen. Het 2e regiment grenadiers neemt de meest zuidelijke positie voor zijn rekening. Het bataljon van Achille verlaat het kamp van Patworth en begeeft zich naar het kamp van Paddington.


Het terrein ten oosten van de Ijzer is volledig verwoest. Overal zijn er kraters vol puin door de inslag van obussen. Balken, planken, ijzeren rails en ander afval liggen kriskars verspreid. De boerderijen zijn ruines. Diverse loopgrachten die sedert 1914 werden aangelegd maar nu verlaten zijn nadat het front zich de afgelopen jaren diverse keren heeft verplaatst lopen kriskras door het terrein. Ook het gehucht Sint-Juliaan in het noordoosten ligt in ruines. Vanop de uitkijkposten Race Course, Wieltje, Mouse Trap en Pickelhaube  hebben de Belgische soldaten een uitgebreid zicht op het vijandelijk terrein. De vooruitgeschoven posten van het Duitse leger hebben post gevat op de aflopende hellingen naar de Steenbeek. De rest van hun manschappen bevindt zich aan de overkant van de beek.



De Duitsers hebben de weken voor de aankomst van de grenadiers in de sector gewerkt aan de wegen tussen Passendale en het front in Brielen, wat wijst op een komend offensief. Het Belgische leger plant ook een aanval en op 31 augustus krijgt de 12e divisie opdracht patrouilles voorbij het front te sturen om zo accuraat mogelijk de stellingen van de vooruitgeschoven Duitse posten in kaart te brengen. De 2e Grenadiers treffen de Von Hügel en Warwickhoeves (zie kaart hierboven) leeg aan, maar de Jasperboerderij en een oostelijke loopgracht  worden nog bezet door de Duitsers.

Op 6 september krijgt de divisie opdracht mee te helpen aan de voorbereidingen voor een aanval in de zone van Boezinge ten noorden van Brielen. De bruggen over de Ijzer worden waar nodig hersteld en een aantal nieuwe worden gebouwd. Wegen en paadjes worden (her)aangelegd en talrijke mobiele smalpoorrails (Decauville) moeten geplaatst worden. Op kruispunten en onder bruggen worden de vroeger geplaatste explosieven verwijderd. Er moeten kant en klare loopbruggen gemaakt worden om de Steenbeek over te steken. Provisie en munitie worden aangevoerd naar vooruitgeschoven depots. Wanneer de manschappen niet meehelpen aan dit werk krijgen ze oefeningen om zich voor te bereiden op de nakende aanval.

Ondertussen wordt in de nacht van 8 op 9 september om middernacht een aanval gepland door de 12e divisie op de vooruitgeschoven Duitse posten in het noordelijk deel van de sector, om deze te veroveren en te bezetten. Deze aanval zal uitgevoerd worden door het 1e regiment grenadiers en het 4e karabiniers. De aanval wordt een succes ondanks de dood van 3 grenadiers en 20 gewonden. Over een afstand van 2500 meter (noord tot zuid) winnen ze een 500 tal meter.

Op 11 september krijgt de divisie opdracht om de 15e  met het 2e regiment grenadiers een gelijkaardige aanval uit te voeren op de zuidelijke sector, maar een dag later annuleert het hoofdkwartier deze aanval. Ondertussen is bij de 2e grenadiers in het 1e bataljon een griepepidemie uitgebroken. Die is vooral hevig in de 2e en 3e compagnie, waartoe Achille behoort. De Amerikaanse soldaten hebben de griep meegebracht en in augustus zijn al de helft van hun soldaten besmet. Ook Belgische en Duitse legerkorpsen krijgen algauw met deze (Spaanse) griep te maken. De Duitsers noemen het 'De Vlaamse griep'. Om verdere besmetting tegen te houden laat kolonel Donies de twee compagnieën vertrekken naar de achterhoede, waar ze in stricte quarantaine worden gehouden. 

Een paar weken voordien wordt midden augustus voor het eerst melding gemaakt in kranten dat de griepepidemie ook België heeft bereikt. Hieronder : Uit 'De Dageraad' een Belgisch weekblad in 1918 uitgegeven in Londen - 18 augustus 1918



De twee regimenten van de grenadiers tellen midden september 1918 elk 55 officieren. Het 1e regiment beschikt verder over 1634 onderofficieren en soldaten, en het 2e over 1557 manschappen. Midden september zijn de Duitsers ondertussen ook op de hoogte van een nakende aanval van het Belgische leger. In de nacht van 23 op 24 september voeren Duitse Stostruppen na een voorbereidend hevig bombardement met onder andere gasobussen een aanval uit op de Belgische stellingen in de sector. De gevechten duren tot 6 uur 's morgens en de Duitsers slagen erin een aantal posten die ze verloren waren terug in te nemen.Omdat de algemene aanval nakend is volgt het bevel aan de grenadiers om de posten niet te proberen te heroveren.

Voor Achille valt de griepaaval uiteindelijk mee en zoals we in deel 3 zullen vaststellen is hij eind september meer dan klaar om deel te nemen aan het eindoffensief.