vrijdag 5 oktober 2018

Brief van Cyriel Olieux milicien in 1945-46 bij de B.A.A.P.S.

Cyriel Livien Olieux wordt op vrijdag 21 oktober 1921 geboren in Lochristi. Zijn vader Livinus is 31 en zijn moeder Marie Cesarine Der Weduwen is 25. Cyriel is hun tweede kind en hun eerste zoon. 



Cyriel groeit op in Lochristi. Hij is 18 en een half bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.


Wanneer op 10 mei 1940 de Duitsers België binnenvallen wordt er een algemene mobilisatie afgekondigd. Tussen de 500.000 en 600.000 jongens en mannen van 16 tot 35 jaar worden opgeroepen. Op 28 mei capituleert het Belgische leger na 18 dagen. Een groot deel van de opgeroepenen kunnen in de maanden daarna naar huis terugkeren. Ook Cyriel, milicien van de klasse 41 mag terug naar Lochristi waar hij bij zijn ouders woont.



Duitsland heeft al vlug een tekort aan arbeidskrachten omdat zoveel mannen in militaire dienst zijn en begint in de bezette landen propaganda te voeren om in Duitsland te gaan werken. Vanaf oktober 1942 wordt de verplichte tewerkstelling ingevoerd. Vanaf septemebr 1943 gaat Duitsland over tot collectieve oproepingen per jaarklasse. Die maand worden de klassen 1920 en 1921, waartoe ook Cyriel Olieux behoort, opgeroepen. Maar duizenden lappen dit oproepingsbevel aan hun laars en duiken onder. 

In 1943 verspreiden de Duitsers een brochure die in verschillende talen wordt gedrukt om te bewijzen hoe goed de werknemers uit de diverse Europese landen het hebben in Duitsland.





Hierboven: Uit de brochure - 'Jonge Vlaamsche bij het aardappelwasschen in de fabriekskeuken'

Op 5 januari 1944 beslist de recent opgerichte 'Abteilung Arbeit' opnieuw dat alle mannen geboren in 1920 en 1921 tegen 1 februari kunnen opgeroepen worden om in Duitsland te werken. Alleen wie een getuigschrift van vrijstelling kan bemachtigen moet niet aan het werk. Alle anderen worden als ze zich niet aanbieden bij een 'Werbestelle' (werfbureel) beschouwd als werkweigeraar



Ook Cyriel weigert zich aan te bieden en duikt onder. En dat is nodig want de Duitse Feldpolitie houdt geregeld razzia's in stations, op treinen en trams, in bioscopen en gewoon op straat. Cyriel blijft echter uit handen van de Duitsers. Na de oorlog vaardigt Prins Karel, op dat moment regent van het Koninkrijk België een 'Besluitwet waarbij het statuut van burgerlijke weerstanders en werkweigeraars wordt ingericht' uit. link

Om tot het voorrecht dezer besluitwet te worden toegelaten, en als werkweigeraars in aanmerking te komen, moeten de betrokkenen, met alle rechtsmiddelen een bewijsvoering voorleggen aan de ter fine opgerichte commissies voor controle, bestaande elk uit een magistraat, twee leden door den Koning benoemd en twee leden door den Koning benoemd op de voordracht van erkende bewegingen van de werkweigeraars, waarvan een koninklijk besluit de lijst zal opmaken :

a) dat zij door den vijand werden aangezet om militaire of gelijkgeschakelde opdrachten te vervullen, ofwel dat zij het voorwerp hebben uitgemaakt van een bevel tot verplichten arbeidsdienst;

b) dat zij zich vrijwillig aan deze verplichting hebben onttrokken.
Cyriel Olieux vraagt een viertal jaar na de oorlog het statuut van werkweigeraar aan en wordt op 20 april 1950 als dusdanig erkend.


Cyriel Olieux heeft ondertussen ook al dienst gedaan als milicien.
Op 31 maart 1945 acht de Algemene Inspectie van de troepen van het Belgisch leger het nodig dat er heel dringend 'politie-eenheden voor vliegvelden' moeten opgericht worden. Hun opdracht wordt de Militaire Politie van de geallieerde eenheden te helpen bij het toezicht en bewaken van de vliegvelden in het deel van Duitsland dat ze bezetten. 

Op 10 april worden er twee detachementen opgericht. Ze krijgen de benaming 'Belgian Auxiliary Air Police Service' of afgekort de B.A.A.P.S. De detachementen bestaan vooral uit miliciens van de klassen 1941 en 1942 en een aantal vrijwilligers. Cyriel Olieux die nu bijna 24 is en milicien van de klasse 41 wordt ook opgeroepen en op 25 april ingedeeld bij het 1e detachement dat vanaf 1 mei deel zal uitmaken van het 9th US Air Force. Het detachement bestaat uit 32 officieren, 65 onderofficieren, 96 korporaals en 1007 soldaten, in totaal 1200 manschappen. 

Hieronder: Kortrijks Handelsblad 15 september 1944 waarin gemeld wordt dat de miliciens van de klasses 1941 tot 1944 later nog zullen opgeroepen worden.



Op 28 april 1945 wordt het eerste detachement samengeroepen in Gosselies. Ze worden verdeeld in 23 compagnies. Cyriel maakt deel uit van de X-compagnie. Veel van de andere leden van deze compagnie zijn afkomstig uit de streek van Gent-Zelzate-Zele-Dendermonde. Ze krijgen een opleiding van een paar weken als M.P. en vertrekken daarna met het vliegtuig naar de diverse Amerikaanse vliegvelden in Duitsland. In Gosselies dragen de mannen nog een Brits uniform. Ze krijgen na een tijdje in Duitsland een Ike (Eisenhouwer) jacket 

Hieronder: De Belgische miliciens droegen deze schouderbadge in hun trainingsperiode




Hieronder: Cyriel Olieux in zijn B.A.A.P.S. uniform



Op zijn linkermouw zien we een stukje van het embleem van de 9th US Air Force. Ze mochten dit embleem dragen vanaf hun aankomst in Duitsland. Als hoofddeksel draagt Cyriel een garrison cap met de Belgische Leeuw.


Duitsland capituleert op 8 mei 1945 en de korte periode vanaf 25 april, de officiele datum waarop Cyriel wordt ingedeeld bij de B.A.A.P.S tot 8 mei wordt beschouwd als oorlogsdienst.



Na zijn aankomst in Duitsland doet Cyriel  dienst op de Amerikaanse vliegvelden in de streek van München. Op de foto hieronder zien we hem voor het bord van de European Air Depot in Erding, dat in april 1945 veroverd werd door de Amerikanen. 





Hieronder: Map van de bezette gebieden in Duistland in 1945. Cyriel bevindt zich met de andere Belgen die deel uitmaken van de B.A.A.P.S in de Amerikaanse sector. Hij bewaakt vliegvelden in Bayern in de streek rond Mûnchen.



In januari 1946 bevindt Cyriel zich in Oberpfaffenhoven een 25 tal km ten zuidwesten van München. Het vliegveld werd in 1935 aangelegd door de Dornier familie. Het wordt op 25 april 1945 door de Amerikanen veroverd. Na de capitulatie wordt het vliegveld en de gebouwen gebruikt om de C- Dakota vliegtuigen te onderhouden. De manschappen van de B.A.A.P.S. staan dus mee in voor de bewaking. Ze worden ondergebracht in barakken. 





Dit zijn de instructies voor het op wacht staan:


Op maandag 28 januari schrijft Cyriel een brief naar zijn zuster Magdalena Olieux. 
Hieronder: Cyriel met zijn zuster Magdalena..



Magdalena is in 1940 in Lochristi gehuwd met Henri Moulaert, die in Oostende woont maar in de mijn van Dampremy werkt  niet ver van Charleroi. Magdalena heeft bij het huwelijk al een zoontje, André Leon, van twee en een half, maar hij wordt bij het huwelijk gewettigd en krijgt de achternaam Moulaert. Midden december 1942 wordt hun zoontje Willy geboren. Kort daarna verhuizen ze naar Jumet waar ze in de Rue de L'Ermitage 58 gaan wonen. Daar wordt in maart 1944 hun jongste zoon, Etienne geboren. 


Magdalena met haar drie zonen

Vanaf 1947 werkt Henri Moulaert die 4 talen spreekt als tolk.


Cyriel start zijn brief met te vertellen hoe tevreden hij was met de brief die hij van zijn zuster en schoonbroer heeft ontvangen.


Er zijn een paar branden geweest. Op zaterdagvoormiddag is er In Landsberg-am-Lech een garage van de Amerikanen afgebrand. Zeven auto's en 2000 liter zijn in de vlammen opgegaan. In de namiddag breekt er ook brand uit in het Air Depot van Oberpfaffenhoven, waar Cyriel zich bevindt, en een grote barak van de Amerikaanse manschappen wordt verwoest. De brandweer van München moet uitrukken om te helpen bij het blussen. De Belgen moeten plaats vrijmaken voor de Amerikaanse soldaten die geen onderdak meer hebben en op zondagmiddag worden ze met pak en zak overgebracht naar Gilching, een 5-tal km verderop.



Hieronder: Landsberg-am-Lech, Gilching en Oberpfaffenhoven in de omgeving van München


In Gilching worden de Belgen ondergebracht op kamers tussen de burgerbevolking


Blijkbaar trekken de Belgische soldaten de Duitse meisjes aan, want amper een uur nadat hij in Gilching is aangekomen maakt Cyriel al kennis met Ilse, een 16-jarig meisje. Ze bezoekt hem de week daarna iedere avond op zijn kamer. Er is geen toezicht van officieren en de Belgen profiteren daarvan. Cyriel voelt zich wel enigszins schuldig omdat het meisje nog zo jong is maar ze is toch zo knap en troost zich met de reden dat ze maar zo dom niet moet zijn. 



En Cyriel heeft bovendien meerdere 'liefjes'. Op zondag 20 januari kan hij na de verhuis mee met een auto naar Landsberg zo'n 40 km ten westen van Gilching. Daar heeft hij ook een 'Liebe Schatz'. Het vergaat hem daar wondergoed en al zijn wensen worden volbracht. Hij vergeet daarbij de tijd en het is al 21.30 wanneer hij vertrekt. Hij hoopt een lift te krijgen van een autobestuurder die naar München moet, maar dat loopt verkeerd en hij moet de lange, eenzame weg te voet afleggen. Het is een koude nacht. De temperatuur is overdag niet boven het nulpunt geweest en 's nachts wordt het nog kouder. Rond middernacht kruipt hij op een hooimijt om erin te slapen, maar na een uur wordt hij wakker, versteven van de kou. Hij eet wat sneeuw die er nog ligt om zijn dorst te lessen. Hij arriveert uiteindelijk na een wandeling van 7 uur en een uurtje rust rond 5.30 in Gilching, juist op tijd voor de wacht van 6 uur in het Air Depot van Oberpfaffenhoven. Hij moet wacht doen tot de middag en na een uur pauze van 13 tot 17 uur. Cyriel weet niet hoe hij dit na die lange nacht heeft kunnen volhouden en besluit dat 'de greete' van een wijf hem niet zoveel waard is, en dat hij het wel aan de vrouwen in Gilching zal aanleren. 


Hieronder: De weg die Cyriel te voet moet afleggen van Landsberg-am-Lech(1) tot Gilching (2). Hij moet wacht lopen op het vliegveld (3) van Oberpfaffenhofen (4). Rechtsbovenaan Mûnchen.



Hierboven: Cyriel Olieux op 12km van München.

Dat de legerleiding weet dat de soldaten er vele liefjes op nahouden blijkt uit de volgende notitie van Cyriel. Beducht op geslachtsziekten worden de miliciens regelmatig gecontroleerd. Op maandag 28 januari, de dag dat Cyriel de brief schrijft moeten de soldaten hun 'charelken' laten controleren door de dokter. Cyriel is trots dat alles ok is en verklaart dat hij alleen maar met deftige meisjes omgaat 'waar men van de eerste dag kan op poepen'.




Onderzoek van het Charelke

De brief loopt hiermee teneinde. Cyriel vertelt dat hij de volgende zondag of maandag, 3 of 4 februari, met verlof mag en dat hij de brief bij die gelegenheid zal posten in Brussel. Hij hoopt ook eens in Charleroi te geraken om zijn zuster daar op te zoeken. Maar met het vele bezoek dat hij thuis zal hebben in Lochristi is hij niet zeker of dat zal lukken. Hij vraagt zijn zuster om hem na het ontvangen van de brief onmiddellijk terug te schrijven en de brief naar het ouderlijk huis in Lochristi te zenden.

Hij besluit tenslotte met zijn nieuw adres. Zijn compagnie X is aangesloten bij de 44th Air Depot Group. 



Cyriel blijft nog in dienst tot 31 mei en wordt daarna met onbepaald verlof naar huis gezonden. Het eerste detachement van de B.A.A.P.S wordt op 10 juli opgeheven en ontbonden.  



Eén van de hobby's van Cyriel tijdens zijn B.A.A.P.S. periode en daarna is boogschieten.Hieronder een foto genomen in café Het Wethuis in Lochristi. Cyriel heeft zijn B.A.A.P.S-uniform aan.





Hierboven: 1973 - Cyriel Olieux - derde van rechts staande.

Cyriel huwt anderhalf jaar na zijn terugkeer op 15 oktober 1947 in Ertvelde met Irena Maria Lippens. Bijna 7 jaar later wordt op 5 oktober hun enig kind en zoon Ivan Olieux geboren.
Cyriel werkt zijn hele leven voor Ebes (Sociétés Reünies d'Energie du Bassin de l'Escaut) opgericht in 1905 (vanaf 1990 Electrabel).

Hieronder: Op 15 oktober 2012 vieren Cyriel en Irena hun briljanten bruiloft. Vooraan van links naar rechts: Ivan Olieux, Cyriel Olieux, Irena Lippens en hun kleinzoon Egon Olieux. - 





Cyriel Olieux overlijdt een jaar later op 19 oktober in Gent. Op de achterkant van het bidprentje zien we de foto van Cyriel in het B.A.A.P.S uniform.




De brief van 28 januari 1948 leert ons dat het verblijf in Duitsland vlak na het beeindigen van de Tweede Wereldoorlog een avontuur is met veel Duitse meisjes en vrouwen die vriendschappelijk omgaan met de geallieerde soldaten die hun land bezetten. Er wordt geschat dat ongeveer 250.000 Duitsers een geallieerde soldaat als vader hadden. Velen ervan kenden hun vader niet. Het advies van de legerleiding om niet met de Duitse vrouwen te 'verbroederen' lapten veel geallieerde soldaten dus aan hun laars. Het kwam veel van die vrouwen later duur te staan. Ze werden door andere leden van hun gemeenschap beledigd en gediscrimineerd.

Cyriel Olieux schrijft er met luchtigheid over. Het hoort er voor de soldaten bij en ongetwijfeld scheppen ze onderling op over hun avontuurtjes. Hij vertelt er ook zonder enige preutsheid over aan zijn oudere zuster. Na de jaren die hij heeft moeten onderduiken omdat hij werkweigeraar was voelt het jaar in Duitsland ongetwijfeld als een persoonijke bevrijding.