woensdag 13 april 2016

Naar de USA deel 2

In deel 1 volgden we Jules Olieu, geboren in Wevelgem in 1882, naar Amerika.Op woensdag 20 oktober 1910 ziet hij voor het eerst het Vrijheidsbeeld,wanneer de SS Zeeland New York bereikt.
 
Maar eerst keren we een 8-tal jaar terug.Het is 1902, Julius is 20 en hij moet zich aanbieden voor legerdienst.Hij wordt ingeschreven als nummer 13 van zijn lichting en we vinden in dit register zijn signalement terug.
 
 
 
Julius is 1,68 meter.Hij heeft een rond aangezicht, gewoon voorhoofd, bruine ogen, dikke neus, gewone mond, ronde kin, en zwart haar en zwarte wenkbrauwen.Hij is vlaswerker en woont bij zij ouders in de Molenhoek 47 (dit zal later de Kapellestraat worden) in Wevelgem.Hij heeft leren lezen en schrijven, en is vlaswerker.
 
 
Hij wordt na de lottrekking ingedeeld bij de carabiniers.In 1902 is de legerdienst voor het eerst teruggebracht tot 20 maanden.Rond 1904 keert hij dus terug naar Wevelgem, waar hij terug begint te werken in het vlas.Na zijn huwelijk houdt hij in 1908 en 1909 de herberg 'De Groene Weide' open op de Molenhoek in Wevelgem.
 
Op 9 februari 1907 huwt hij met Adelina Deprez (foto links) geboren in 1882 in Bissegem en dochter van Henricus Deprez en Sidonia Adronia Holvoet.Haar vader Henricus overlijdt wanneer ze 3 is.Moeder Sidonia huwt een jaar later opnieuw met Camille Deryckere.Adelina groeit op in een groot gezin.Haar moeder krijgt 9 kinderen, 4 met haar eerste man en 5 met de tweede.Adelina, de tweede in rij is de oudste dochter.
 
Moeder Sidonia en alle kinderen zullen verhuizen naar de USA.Alleen haar man Camille Deryckere blijft in België.
 
 
 
 
7 maand na het huwelijk van Julius en Adelina is haar broer Henri Deprez de eerste die vertrekt naar Amerika op 21 september 1907.Hij is onderweg naar zijn vriend Gustave Vandesteene uit Wevelgem, die sedert eind juli bij een paar andere Wevelgemnaars woont en werkt in South-Omaha.Henri is gehuwd met Florida Bouckenooghe uit Moorsele.Ze hebben een zoontje van 2, Honoré.Florida is bijna 6 maand in verwachting bij het vertrek van Henri en op 5 januari 1908 wordt in Moorsele Maurice geboren.Ruim 3 maand later reist Florida haar man  achterna.De reis is voor de kleine Maurice te gevaarlijk en ze neemt dan ook alleen maar haar oudste zoontje Honoré mee.
 
Julius kan dus met een gerust gemoed afreizen want zijn schoonbroer en -zus, wonen al een paar jaar in Omaha wanneer hij daar toekomt.Zo heeft hij onmiddellijk onderdak, en kunnen ze hem wegwijs maken.Ondertussen zijn ook de 4 andere broers en een zus van Adelina aangekomen in Omaha.
Alleen Adelina zelf en haar jongste zus Rachel die in 1910 veertien is,wonen nog in Wevelgem.
Maar in de winter van dat jaar is het zover.Op 26 november vertrekt Adelina Deprez met haar 2 kinderen, Georges Olieu, 3 jaar en Aline, 1 jaar en 8 maand, samen met haar moeder Sidonia Holvoet.Die heeft haar jongste dochter Rachel, 14 mee en haar kleinzoontje Maurice, die zoals eerder vermeld niet meereisde met zijn moeder omdat hij nog te jong was.Hij is ondertussen bijna 3 jaar, en zijn moeder heeft hem niet meer sedert hij 3 maand was.Er reizen nog een paar andere verdere familieleden mee, Angèle Allard,22 ook uit Wevelgem en gehuwd met Camillus Poublon, de oudste zoon van Pelagie Romanie Olieu, de tante van Julius.Verder nog Joris Poublon, 17 en de neef van Camillus Poublon.
 
Bij hun vertrek worden ze ondervraagd door Eugène Venesoen, hoofdcommissaris van de federale emigratiedienst in Antwerpen.Hij houdt nauwkeurig lijsten bij van alle Belgische emigranten die in derde klas reizen.De rapporten bevatten echter vaak foutieve gegevens.Zo verklaart Sidonia Holvoet dat ze naar haar man gaat die al 3 jaar in Omaha in een abattoir werkt en daar 3$ per dag verdient.Het gaat hier om haar zoon Henri.Haar man is rond dezelfde periode naar Dour vetrokken.Adelina gaat haar man Jules Olieu vervoegen, die in Omaha op een boerderij werkt, waarmee hij 3$ per dag verdient.Beiden spreken alleen Vlaams en hebben elk 150 frs. mee.
 
Het gezelschap scheept in op de SS Lapland en komt op 5 december toe in New York.Ze geven allen R Street 3807, Omaha op als bestemming op.
 
 
 
 
In 1910 bedraagt het inwonersaantal van Omaha al 124.000.Het staat daarmee op plaats 41 van de 100 grootste Amerikaanse steden in dat jaar.Om de 10 jaar wordt er in de USA een bevolkingsregister (census) opgemaakt.Dit is ook het geval in 1910.De census start op 15 april en een dag later komt al één van de 70.000 tellers (enumerators) langs bij Henri Deprez in R Street.Ze schrijft bij het huisnummer 3809 maar dat doet ze ook bij het vorige gezin, dus het gaat hoogstwaarschijnlijk om 3807.
 
 
 
De communicatie tussen de tellers en de immigranten verloopt natuurlijk niet altijd gemakkelijk.De meesten zijn er nog niet lang en spreken weinig of geen engels.Worden vermeld, Henri 'Debrez',26 en hoofd van het gezin, zijn vrouw Floride (Bouckenooghe),28, hun zoon Henri (Honoré) 5, en dochtertje Mary, 1 jaar en 3 maanden en geboren in Omaha.Verder ook George en Maurice Debrez (dit zijn 2 halfbroers van Henri, die de achternaam Deryckere hebben) en Florimond Poublon die gehuwd is met de zus van Henri, Margarita Deryckere.Verder Rene Deryck, waarschijnlijk een neef en Emerick Nolf,Julius Margot en Louis Hubrecht.Julius Olieu die 4 maand daarvoor aangekomen is in de USA wordt niet vermeld.Merkwaardig is dat de telster een paar dagen later terugkomt en nog 2 namen toevoegt op hetzelfde adres.Albert Vanhoutte,die in april 1906 toekwam in de USA en die een jaar later zal huwen met Alix Deprez,de schoonzuster van Julius en een zekere Julius Dauwe.
 
 
Er is echter geen shipmanifest terug te vinden van Julius Dauwe en ook geen spoor in de volgende census van 1920.Julius Olieu gebruikte ook altijd zijn correcte voornaam.Gaat het hier echt om een Julius Dauwe of geeft Albert die het engels al machtig is een gemakkelijkere achternaam op voor Julius? De tellers worden in hun instructieboekje gewaarschuwd dat sommigen hun vragen verkeerd zullen beantwoorden, of valse informatie opgeven.Het is toevallig dat er nergens een spoor is van Julius Olieu is in de census en dat er op het adres waar hij naar toereist een Julius woont.Maar we kunnen dus niet met zekerheid aanvaarden dat het hier om Julius Olieu gaat.
 
Op 5 augustus 1911 huwt Alix Deprez, de zuster van Adelina met de zo pas genoemde Albert Vanhoutte, geboren in Zwevegem.Begin september huwt zijn zuster Alice met Adolphe Decabooter, afkomstig van Olsene.Misschien wordt het kerkelijk huwelijk samen gehouden, maar er is in ieder geval een gezamenlijk feest voor de twee nieuwe echtparen.Er wordt voor die gelegenheid een foto gemaakt van de families Vanhoutte en Deprez.De ouders en familie van Adolphe Decabooter wonen allemaal nog in Olsene en kunnen dus niet aanwezig zijn bij het huwelijk.Er wordt voor de gelegenheid een vlag bovengehaald van hun nieuwe vaderland.
 
 
Zittend van links naar rechts, waarschijnlijk Honoré Deprez, de oudste van de kinderen van Adronia Holvoet.Naast hem Marie Julienne Vercruysse, de moeder van Albert en Alice Vanhoutte.Ze is dan 61 en zal in 1913 in Omaha overlijden.Daarna haar man Adolphe Vanhoutte.Als vijfde zien we Sidonia Adronia Holvoet met haar jongste dochter Rachel, die pas 9 maand in de USA wonen.
 
Op de tweede rij staan van links naar rechts Florida Bouckenooghe en haar man Henri Deprez. Daarna volgen de 2 huwelijkskoppels, Adolphe Decabooter en Alice vanhoutte en Alix Deprez en Albert Vanhoutte.Helemaal rechts staat Adelina Deprez.Julius Olieu staat niet op de foto.De rest zijn broers en zusters van de trouwers.
 
 
Zoals we al konden vaststellen bij de antwoorden die de emigranten geven aan Eugène Venesoen werkt een groot deel van de mannen op de foto in een "abbatoir" in South-Omaha.In de census van 1910 wordt vermeld dat Henri Deprez, brandweerman is één van de 'packaging houses' in Omaha.Alle anderen werken er als arbeider.
 
 
 
Opgericht door de Union Stock Yards Company of Omaha behoren de slachthuizen in 1910 in South-Omaha al tot de grootste van het land.Dagelijks komen er zo'n 20.000 koeien, paarden, buffalo's, rendieren,schapen en kippen toe om geslacht te worden.Kopers kunnen in enorme 'pens' of corrals de dieren uitkiezen.
 
Voor schapen alleen al is er plaats voor 100.000 dieren.Al vlug na de oprichting van de slachthuizen vestigen er zich naast de stockyards vleesbedrijven (packaging houses) waar het vlees wordt verwerkt en verpakt.
 
 

Cudahy Company in South-Omaha rond 1910
 
Hoewel Adelina aan Eugène Venessoen verklaart dat haar man als farmer werkt, vinden we Jules terug in de Omaha city directory van 1910, waar vermeld staat dat hij werkt bij Armour & Co.Zijn voornaam wordt misspeld als 'Sule' en zijn adres is R Street 3807, wat bevestigt dat hij effectief bij Henri Deprez woont.
 
 
 
  
Armour and company is rond 1910 één van de 4 grote vleesverwerkende bedrijven in Omaha. Later werkt Julius ook bij de Cudahy Company.
 
De Stock-Yards worden rond 1880 opgericht in een landelijk gebied van Omaha.In 1886 krijgt het gebied de naam South-Omaha.Vier jaar later wonen er al 8000 mensen en begint men het 'The Magic City' te noemen.Omdat het werk ook door ongeschoolden kan gedaan worden en er geen echte kennis van de Engelse taal nodig is, is het een magneet voor immigranten.De verschillende nationaliteiten en etnische groepen gaan al vlug in hetzelfde gebied wonen.Vooral Oost - en Zuideuropeanen gaan er zich vestigen, maar dus ook een aantal Belgen.Het zullen er echter nooit heel veel worden.In 1920 wonen er in heel Nebraska 321, waarvan het grootste deel in Omaha.Ter vergelijking, in Illinois wonen er in datzelfde jaar 5888 en in Michigan 5444 Belgen.Het aantal in Omaha blijft na 1920 ook afnemen.
 

 
 

 
Op de bovengaande Real Estate Map van Omaha in 1910 kun je zien hoe dicht R Street zich bevindt bij de Stock Yards en de Armour en Cudahy companies.Jules en de andere familieleden moet geen grote afstand leggen om hun werk te bereiken.
Op de onderste map zie je highlighted R Street nummers 3807 en 09.De gele kleur duidt aan dat de huizen houten frame gebouwen zijn.De huizen in R Street zijn vandaag nog altijd van dit type. (Foto links R Street 3807 rond 2012)
 
 
Over het succes-verhaal van South-Omaha
   
 Maar nu even terug naar de familiale toestand van Julius.Wanneer zijn vrouw Adelina met hun 2 kinderen toekomt, heeft hij hen meer dan een jaar niet gezien.Georges is ondertussen 3 en Aline 1 jaar en 8 maand.Het aanpassen zal ook voor wel vlot verlopen want de ganse familie woont in in hetzelfde huis of in de buurt.Eind 1912 wordt op 15 oktober een tweede dochter, Margaret Agnes Olieu geboren, maar die overlijdt op 30 december.Op 11 december van  1913 volgt opnieuw een dochter, die de naam Rachel Anzella krijgt.Op 10 februari 1915 wordt een tweede zoon geboren, Albert Jerome.Op de geboortecertificaten begint men de naam als Olien te spellen.Op 27 november 1916 is het de beurt aan Morris, maar die overlijdt ook op jonge leeftijd en begin mei 1918 wordt hun laatste kind Helen geboren.
 
Alles verloopt ondertussen goed.In april 1915 wordt er weer geposeerd voor een familiefoto.Zulma Vanhoutte, de jongste zus van Albert, die met Alix Deprez, de schoonzus van Julius is gehuwd, trouwt met Remi Joseph Moerkerke.Er is nog een familieverband, want deze Remi is de jongste broer van Mauritius Moerkerke, die gehuwd is met Maria Zenobia Olieu, de oudste zus van Julius Olieu.Er wordt dus voorlopig nog binnen de eigen kring van familieleden en kennissen gehuwd.
 
 
 
Adelina Deprez en Julius Olieu 1915
 
Jammer genoeg werden op de huwelijksfoto de diverse personen niet met hun naam aangeduid op de achterkant, en de bezitter van de foto, Larry Minor, een kleinzoon van Julius, ondertussen ook 76,weet alleen dat de 2 personen rechts zijn grootouders zijn.Door vergelijking met de eerdere huwelijksfoto uit 1911,door deductie van datums en een programma met fotoherkenning, kon ik de foto dateren en een aantal personen herkennen.De 4 Olieu-broers zijn waarschijnlijk aanwezig omdat ze Remi Moerkerke goed kennen..Waarschijnlijk staan ze rechts op de foto.Van Jules zijn we zeker en vooral de 2 staande personen met snor scoren hoog in een gezichtsvergelijking met Jules Olieu.De man die zit naast Adelina scoort heel wat lager en zou dus ook een lid van de Deprez-familie kunnen zijn.Ik ga de andere personen niet aanduiden,maar we vinden in ieder geval een aantal van de andere foto terug, waaronder de 2 huwelijskoppels.De datum april 1915 komt overeen met de baby die Adelina Deprez vasthoudt.Het gaat om Albert Jerome die nog geen twee maand daarvoor werd geboren.
 
 
South-Omaha 1909
 
Op 1 maart 1917 overlijdt Sidonia Holvoet, de moeder van Adelina op 61 jarige leeftijd.Op 12 september 1918 registreert Julius zich in Omaha, bij de derde en laatste verplichte draft.Alle mannen tussen 18 en 45, en die bij de vorige 2 drafts op 5 juni 1917 en 1918 van vrijstelling konden genieten, moeten zich verplicht registreren.
 
 
 
Op zijn registratiecard zien we dat hij altijd bij de Cudahy Company werkt en het adres van de familie is nu 5057 So 40th Street.Dit is nog altijd in het vroegere South-Omaha, dicht bij de Stock Yards.Het gezin is dus 8 jaar in dezelfde buurt blijven wonen, dicht bij het werk van Julius.
 
Amerika neemt sedert april 1917 deel aan de oorlog.Jerome de jongere broer van Julius die in 1917 al dienst heeft genomen wordt op 30 juli 1918 ingedeeld bij de 110e infanterie die vecht in Frankrijk.Op 28 augustus wordt hij als vermist in actie opgegeven en verschijnt zijn naam in alle kranten bij de vermisten.
 
 
 
Van Julius zelf zijn er (tot nu toe) geen bewijzen te vinden dat hij ook effectief naar Europa moet om dienst te nemen aan de gevechten.Hij verklaart later wel zelf dat hij veteraan is van WO I en heeft gevochten.
 
Ondertussen loert er een groter gevaar dat het gezin van Julius zal treffen.Vanaf begin februari krijgen plots heel wat mensen in Haskell County, Kansas griepsymptomen, waaraan een aantal overlijdt.In de komende maanden houdt de griep er lelijk thuis.Zo erg dat de officiele ambtenaren van de county een verslag over de ziekte zenden naar de 'Public Health Service' , hoewel een griepepidemie niet gerapporteerd moet worden.Midden maart lijkt de epidemie in Haskell County afgelopen en behalve een paar artikels in medische tijdschriften de maanden erna wordt er verder geen aandacht aan besteed.Ook het militaire kamp Funston in Kansas, waar Jerome Olien eind juli ook gaat passeren heeft te lijden gehad onder de epidemie.Midden maart zijn er niet minder dan 1100 soldaten ziek, waarvan er 38 overlijden.Waarschijnlijk heeft een soldaat van Haskell County het gevaarlijke virus meegebracht naar het kamp.Omdat dit aantal meevalt besteedt de Public Health Service er verder dus geen aandacht aan.Maar het is oorlog en ook de soldaten uit kamp Funston worden naar Europa overgebracht, waar het virus verder verspreid wordt en waarschijnlijk muteert naar een nog dodelijkere variant.
 
Vanaf mei beginnen in Europa plots jonge soldaten in massa ziek te worden.Ze vertonen dezelfde griepsymptomen en een deel van de soldaten overlijdt.Al vlug springt de ziekte over naar burgers die contact hebben gehad met de soldaten.Velen overlijden aan een dodelijke longonsteking die met de griep gepaard gaat.In de lente en zomer blijkt het nog mee te vallen maar vanaf eind augustus slaat de epidemie in alle hevigheid toe.Waarschijnlijk is het virus nogmaals gemuteerd en is nu ongekend dodelijk.Op het einde van het jaar ebt de epidemie weg om weer op te laaien in de lente van 1919.Daarna verdwijnt het virus defintief..Na afloop zijn er wereldwijd niet minder dan 50.000.000 mensen gestorven aan de gevolgen van de epidemie, meer dan het aantal slachtoffers in WO I.In de USA zijn er 675.000 overlijdens.Dit maakte het tot de grootste epidemie ooit.
 
Over de hele USA wordt iedereen aangeraden om een mondmasker te dragen, maar dat biedt maar weinig bescherming.
 
 
 
 
 
In de herfst woedt ook in Omaha de griep.De scholen worden gesloten,alle publieke bijeenkomsten worden verboden en kerkdiensten moeten buiten gehouden worden.Vanaf 20 oktober mogen ook deze niet meer doorgaan.
 
Links: The Omaha World Herald 11 oktober 1918.
 
In december worden Adelina en haar 2 kinderen, Rachel die 5 is en Helen bijna 7 maand, besmet met het griepvirus.Adelina die vooral met haar kinderen inzit overlijdt op 16 december 1915.Haar dochtertje Helen is de dag ervoor overleden.De familie heeft haar niet verteld dat Helen overleden is.Ze worden 3 dagen later op 19 december samen in een kist begraven op het St.Mary's Cemetery,dicht bij R Street.Rachel overleeft de griep.Op dat ogenblik bevindt Julius zich misschien nog als soldaat in Europa.
 
In 1986 zendt het 'Douglas County Health Departement' het volgende antwoord op een vraag voor informatie over geboortes en overlijdens van Olieu in Omaha.
 
 
Meestal wordt in de geboortecertificaten van die periode de naam van het kind niet vermeld.De achternaam wordt nu al in 3 keer als Olien vermeld.Voor de Vlaamse ouders is dat ook niet van veel belang, want hun gekozen voornaam of -namen worden bij het doopsel gegeven.Adelina Josephina overlijdt volgens de gegevens in 3918 Y Street.Dit is waarschijnlijk bij familie.
 
Het overlijden van Adelina is een enorme klap voor Julius.Hij blijft alleen achter met zijn 4 kinderen,
Georges 11, Aline 9, Rachel 5 en Albert 3.De broers van Julius zijn niet gehuwd en hij kan van die kant niet veel hulp verwachten.De zusters en broers van Adelina die bijna allemaal nog in Omaha wonen kunnen de kinderen wel opvangen.
 
Wat er geregeld wordt is niet bekend, maar wat wel vast staat is dat Julius Olieu zich bij het opnemen van de census in januari 1920 met zijn 4 kinderen in Belmond Township in Iowa bevindt, ongeveer 371 km noord-west van Omaha.Dit is een een jaar en een maand na het overlijden van Adelina.Hij wordt er als huurder ingeschreven bij Jaimie Holt en zijn vrouw, en werkt er op de suikerbietvelden.De kinderen kunnen wanneer ze niet op school zijn helpen op het veld.
 
 
 
 
 
 
 
Belmond Iowa rond 1910
 
Hoe lang Julius in  Belmond verblijft is niet bekend.We keren even terug naar 2003.Na lange opzoekingen kom ik dat jaar eindelijk een afstammeling van Julius op het spoor.Larry Minor is de zoon van Rachel Olieu.Het is vooral zijn vrouw die zich jaren lang heeft beziggehouden met het opmaken van een stamboom.De gegevens die ze heeft komen vooral van Rachel, die in 1990 overleden is. In een mail vertelt Larry wat er gebeurde na het overlijden van Adelina:
 
"At this time the children were seperated and sent to live with other relatives.The information that was told to me about my grandfather was that he was killed.He used to raise and fight chickens.My mother told me that when the chickens did good everything was good and when they did not money was a problem.My grandfather left on a trip with the chickens and never returned.The rumor was that he was robbed and killed."
 
Julius hield zich dus volgens deze informatie bezig met hanengevechten.Als ze winnen is geld geen probleem, maar als ze verliezen wordt het moeilijk.Na één van die gevechten zou hij waarschijnlijk overvallen en vermoord zijn, en niet teruggevonden.
 
Volgens de herinneringen van zijn jongste dochter Rochelle is haar vader rond 1921 plots niet meer thuisgekomen.Dit moet echter ten minste een paar jaar later geweest zijn want in 1923 wordt Julius nog opgenomen in de 'City Directory of Greater Omaha'
 
 
 
 
Hij werkt nu terug bij Cudahy Co, samen met zijn broer Jerome en woont als roomer in 3939 I street in South Omaha,
 
1923 Julius woont als roomer in 3939 I Street, niet zover van R Street, en dicht bij Cudahy Company (locatie rechts met
de Omaha Livestock Apartments)
 
De vraag is of de 4 kinderen daar bij hem verblijven.George en Aline, de 2 oudste zijn in 1923 al 16 en 14.Rachel en Albert zijn 10 en 8.Als Julius een paar jaar was blijven werken bij Cudahy, had hij met hulp van de familieleden van Adelina en van zijn 2 oudste kinderen zeker kunnen zorgen voor zijn kinderen.Of als ze voltijds bij de familieleden verbleven ze bezoeken en contact met hen houden.
De 4 kinderen van Julius zijn ondertussen allen overleden tussen 1975 en 1990.Zonder hun getuigenis, en vooral die van de 2 oudsten wordt het moeilijk te reconstrueren wat er in die jaren juist gebeurt.
 
Rond 2003 slaag ik er echter wel in met Frederick Head, de zoon van Aline Olieu, de oudste dochter van Julius, te praten.Wanneer hij hoort dat ik vernomen heb dat Julius zou overleden zijn en waarschijnlijk vermoord, wuift hij dit weg.Hij heeft altijd gehoord van zijn moeder dat haar vader er van door gegaan is, en nooit meer teruggekeerd.De vraag blijft dan waarom.Heeft hij onenigheid met zijn aangetrouwde familieleden? Dan nog kon hij in Omaha blijven.Is hij het werk in de vleesbedrijven beu? Het blijft jammer genoeg allemaal speculatie.Als hij niet vermoord werd zoals zijn dochter Rachel dacht moet er een spoor van hem te vinden zijn in de censusopnames van 1930 en later
 
De census-tellingen worden in Amerika na 72 jaar openbaar.In 2002 is de census van 1930 dus openbaar geworden en ik besluit die toch te doorzoeken.Gemakkelijk is dat niet want Julius kan overal naar toe gegaan zijn, en de indexen die worden opgemaakt om het zoeken te vergemakkelijken, worden door Amerikanen gemaakt en die vermassacreren de Europese achternamen, als ze ze al kunnen lezen.Na een tijdje besluit ik mijn opzoeking te filteren op alle Belgen in de USA in 1930.En dat loont want uiteindelijk kom ik een Julius Olei tegen in Minnesota.Bij het nakijken van zijn antwoorden op de vragen van de enumerator ben ik zeker dat het om Julius Olieu.Wanneer ik de familie in de USA contacteer kunnen en willen ze echter niet geloven dat het wel degelijk om Julius gaat.Het is natuurlijk hard te horen dat Rachel Olieu, altijd overtuigd is geweest dat haar vader al overleed toen ze pas 8 was, en dat hij al zeker in 1930 nog in leven was.
 
We weten nu dat hij rond waarschijnlijk rond 1924 uit Omaha verdwijnt en in 1930 in Bygland, Polk County, Minnesota.woont en werkt.Hij is landbouwersknecht op de boerderij van Arne Vigen en zijn vrouw Amelia.Die hebben 2 dochters Aldine en Shelmyra, 6 en 4.In 1930 bestaat het kleine gehucht Bygland 53 jaar en er wonen in hoofdzaak Noren, die voor het grootste deel boeren zijn
 
 
Aan de uiterst linkse kant van Minnesota ligt Bygland aan de staatsgrens met North Dakota,
op.De dichtsbijzijnde steden zijn Grand Forks op 11 km ten noorden en Fargo op 125 km ten zuiden van Bygland.
Wanneer Julius er aan komt weten we niet.Grand Forks en Bygland liggen in een een bijna rechte lijn boven Omaha.Maar wel ongeveer 800 km ervan verwijderd.Neemt hij de trein naar het noorden?Jammer genoeg vermeldt de census niet hoe lang iemand al op het opgenomen adres woont.Waarschijnlijk woont en werkt Julius er al een tijdje voor 1930.
 

 
Op deze boerderij van zijn vader groeit Arne Vigen op.Na het overlijden van zijn vader Thor, blijft zijn moeder deze uitbaten samen met zijn broer Theodore.Arne huurt niet ver daar vandaan een perceel grond met boerderij, waar  Julius Olieu rond 1930 werkt.Bijna alle namen zijn Noors.
 
 
 
 
 
We kijken even naar de antwoorden die Julius geeft aan de enumerator.Hij is 48, weduwnaar en huwde voor het eerst toen hij 19 was (hij was in werkelijkheid 25) Hij kan lezen en schrijven en zegt dat hij niet weet waar zijn vader en moeder geboren werden.Hij weet ook niet meer wanneer hij naar de USA is gekomen en of hij genaturaliseerd is.Hij heeft vast werk en is veteraan van de WW (World War).Misschien weet hij inderdaad het exacte jaar niet meer waarop hij naar de USA is gekomen, het is nu 20 jaar geleden, maar hij kan toch niet vergeten zijn dat zijn ouders in België geboren zijn.Maar waarschijnlijk heeft Julius niet veel op met vragen van de autoriteiten.
 
Rond 1929 leert hij  Gina Thorgerson kennen.Zij is 19 jaar jonger, geboren in het wat verder naar het oosten gelegen Lambert District, en dochter van Noorse immigranten.In 1929 woont ze in East Grand Forks, dicht bij Bygland.
 
Hoe het verder gaat met Julius en wat er na zijn verdwijning met zijn 4 minderjarige kinderen is gebeurd, volgt in deel 3 van 'Naar de USA'.
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten